Q-Park wil groeien en ziet kansen in het bieden van oplossingen voor de toenemende vraagstukken rond mobiliteit.
Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 10, 22 oktober 2021
Ja, Q-Park heeft veel last van de coronacrisis gehad. Fred Wilkes, directeur Business Development bij parkeerbedrijf Q-Park, beaamt dat het bedrijf in de rode cijfers is gedoken door die periode met de fors gedaalde bezoekersaantallen voor de binnensteden. ‘We zijn echter altijd open gebleven én we hebben volledig voldaan aan onze huurverplichtingen. Beleggers in parkeergarages hebben er weinig van gemerkt.’
Parkeerbedrijf Q-Park bestaat inmiddels ruim 20 jaar en behoort tot de grootste van Europa. In totaal heeft het ruim 3000 garages in 7 landen. In Nederland gaat het om 180 garages in exploitatie, waarbij zo’n 40–45% tevens in eigendom is. De garages staan in de top-25 steden van Nederland met historische kernen. Eigenaar is KKR, dat het bedrijf in 2017 voor bijna € 3 mrd kocht.
Voorzichtig herstel
Overigens ziet Q-Park een voorzichtig herstel, waarbij bepaalde type locaties, afhankelijk van type bezoekdoel, sneller herstellen dan andere. Staycations hebben ertoe geleid dat veel Nederlanders hun binnensteden zijn gaan ontdekken – met de auto. Inzicht in de cijfers geeft Q-Park echter niet.
Hoe het ook zij, de doelstelling van Q-Park is groei. Groei in Nederland komt onder meer van ontwikkelen, het deel waarvoor Wilkes verantwoordelijk is. Dit jaar is de tijdelijke parkeervoorziening Q-Park Arsenaal in Venlo opgeleverd – een garage voor 260 auto’s voor de komende acht jaar. In Rotterdam is de bouw van een nieuwe garage in Hart van Zuid van start gegaan, waardoor het parkeeraanbod met 200 plaatsen wordt uitgebreid. Wilkes: ‘Corona heeft het ontwikkelen echter wel vertraagd. Parkeren is nu eenmaal een afgeleide van andere functies, en beleggers zijn toch terughoudend wat betreft het investeren in onder meer kantoren en hotels. De stijgende bouwkosten helpen bovendien niet mee.’
Het teruglopende bezoek aan winkels zal toch ook invloed hebben op parkeren? Dat beaamt Wilkes, maar hij denkt dat je alles optelt, parkeren er niet negatief zal uitkomen. ‘Er is een beperkt aantal garages met een lage bezetting van 20–25%. Maar hier liggen juist de kansen om samen met partners, gemeenten, bewoners en belanghebbenden de beschikbare capaciteit beter te benutten, de bezetting van bestaand vastgoed te verhogen en bijvoorbeeld het blik op straat terug te dringen. Dat verhoogt de verkeersveiligheid, maar is ook beter voor de luchtkwaliteit.’
Meer dan parkeren
Parkeerbedrijven denken bovendien verder dan alleen het parkeren. Wilkes: ‘We zijn een samenwerking aangegaan met Go-Sharing voor elektrische scooters en fietsen, waardoor de mobiliteit wordt vergroot. Ook zijn we al op diverse plaatsen live met deelauto’s met samenwerkingspartners als Amber en Greenwheels. We bieden nu al services aan als autowassen en zullen het elektrisch laden uitbreiden, maar zijn ook bezig met het nadenken over hubs om een oplossing te bieden voor de vele bestelbusjes met spullen die nu de stad in moeten. Met de overname van P1 in 2019 hebben we bovendien ook de mogelijkheid een efficiënte combinatie te maken met het op straat parkeren. Die combinatie is immers de expertise van P1.’
De groei van Q-Park hoeft echter niet alleen van nieuwe garages en activiteiten te komen, het kan ook door bestaande garages over te nemen. Wilkes: ‘We merken dat ziekenhuizen zich ook op het gebied van parkeren naar de markt toe bewegen. Parkeren bij ziekenhuizen vergt overigens weer een andere expertise: het parkeren door zowel de patiënten en de bezoekers als het personeel moet in goede banen geleid worden.’
Samenwerken met gemeenten
Nog een mogelijkheid om het aantal garages flink uit te breiden, is bij de gemeenten. Q-Park wil, door parkeren te koppelen aan andere mobiliteitsvraagstukken, nog meer een samenwerkingspartner worden voor gemeenten. Wilkes: ‘We willen samen kijken hoe je tot de best passende vorm kunt komen voor bezoeker, gemeente, belegger, bewoner en exploitant, waarbij ook afspraken over vraagstukken als regie gemaakt kunnen worden. Voorbeelden van een publiek–private samenwerking hebben we onder meer in Maastricht en Eindhoven, maar intensieve afspraken hebben we ook met bijvoorbeeld Den Haag, Venlo, Arnhem, Tilburg en sinds kort met Alkmaar.’
Wilkes ziet bij veel gemeenten enorm veel beweging op gebied van mobiliteit, visie, strategie ontwikkeling en planvorming om tot een beter bereikbare en schonere binnenstad te komen. ‘Het nu op grote schaal naar de markt brengen van parkeervastgoed, dat bij veel gemeenten nog in eigendom en exploitatie zit, gebeurt echter nog heel beperkt, hoewel ook gemeenten in deze crisis ontdekt hebben dat het exploiteren van garages risico’s met zich meebrengt.’
Gezamenlijke opgave
In principe zijn alle variaties aan eigendom en huur bij Q-Park gebruikelijk, van volledig eigendom tot vaste huurstroom, van ingroeihuur tot alle verhoudingen in omzetgerelateerde huur met een groot of klein deel vaste huur. Gebruikelijk is dat huurcontracten een looptijd hebben van 30–40 jaar. ‘Maar in tegenstelling tot vroeger wordt de looptijd van nieuwe contacten zo nu en dan op 15–20 jaar gezet. Dit gebeurt dan wel in combinatie met overige afspraken, zoals verlengingsmogelijkheden en vaste of variabele huur. Eigenlijk nemen de combinaties van mogelijkheden toe, omdat het haalbaar maken van ontwikkelingen steeds meer een gezamenlijke opgave wordt om tot een succesvol project te komen.’