Nieuwbouwwoningen zijn de afgelopen jaren steeds kleiner geworden en de nieuwe bewoners zijn steeds vaker jonger dan 30, zo signaleert het CBS.
Het CBS nam de nieuwbouwcijfers uit de periode 2018-2022 onder de loep. In die vijf jaren zijn ruim 352.000 woningen gebouwd, waarvan bijna 181.000 koopwoningen en 169.000 huurwoningen. Het aantal opgeleverde nieuwbouwwoningen schommelde tussen de 66.000 en de 74.000 per jaar. In 2019 piekte het aantal opgeleverde koopwoningen, daarna het af tot bijna 35.000 in 2022. Het aantal nieuwe private huurwoningen nam juist toe van 18.000 in 2018 tot ruim 25.000 in 2022. Ongeveer 1 op de 5 opgeleverde woningen was een corporatiewoning; daar piekte het aantal in 2021 met 15.300 opleveringen.
Steeds kleinere woningen
Na 2018 zijn er elk jaar meer appartementen gebouwd: in 2018 werden er nog 27.000, in 2022 was dat toegenomen tot ruim 38.000. In dat jaar was meer dan de helft van alle opgeleverde nieuwbouwwoningen een appartement. Het aantal gebouwde rijtjeshuizen nam juist af tussen 2018 en 2022: van 25.000 naar 20.000.
In 2022 was meer dan een derde van alle opgeleverde nieuwbouwwoningen kleiner dan 75 m2, terwijl dat tussen 2018 en 2020 nog een kwart was. Zowel het percentage nieuwbouwwoningen met een oppervlakte van minder dan 50 m2 als met een oppervlakte van 50 tot 75 m2 nam toe.
Jongeren huren vooral in vrije sector
De eerste bewoner van een nieuwbouwwoning is steeds vaker een jongere van onder de 30. Het belang van die leeftijdsgroep is toegenomen van 24% in 2018 naar 28% in 2022. Jongeren betrekken in de meeste gevallen een huurwoning in de private sector; daar hebben ze een aandeel van 47%. In gloednieuwe corporatiewoningen is 32% van de eerste bewoners een jongere. Ze kiezen al dan niet gedwongen voor (duur) huren, want van alle leeftijdsgroepen kopen jongeren het minst vaak een nieuwbouwwoning. Zij hebben een aandeel van 11% in het totaal aan nieuwbouwkopers. De grootste groep eerste bewoners is nog altijd tussen de 30 en 45 jaar.
