De Rechtbank heeft de vorderingen van Klépierre tegen Markthal Rotterdam (Provast) deels toegewezen. De zaak gaat ondermeer over de hoogte van de servicekosten en te late oplevering.
Dat blijkt uit de gerechtelijke uitspraak op 22 februari. In de oorspronkelijk door eigenaar Klépierre tegen Markthal Rotterdam aangespannen procedure - waarbij partijen over en weer tientallen vorderingen hebben ingesteld - wordt Klépierre op veel punten in het gelijk gesteld. Zo oordeelt de rechtbank dat niet is gebleken dat de servicekosten voor de commerciële ruimten bovenmatig zijn en dat Klépierre ook niet contractueel gehouden is om bij dergelijke beslissingen Markthal Rotterdam als verkoper/ontwikkelaar te betrekken.
Beide partijen hadden de rechtbank gevraagd bepaalde onderdelen van de tussen hen geldende overeenkomsten te ontbinden maar daar gaat de rechtbank niet in mee. Volgens de rechtbank is niet gebleken dat Markthal Rotterdam de Markthal te laat heeft opgeleverd. Anderzijds is niet vastgesteld dat Klépierre Markthal Rotterdam heeft tegengewerkt. De rechtbank houdt Klépierre wel aan haar toezegging om de met Markthal Rotterdam afgesproken overlegstructuur na te komen.
Markthal Rotterdam had ook gevraagd om een machtiging dat zij de hoogte van de huurprijzen van de zogenaamde versunits zou mogen bepalen, maar de rechtbank oordeelt dat deze en vele andere vorderingen geen juridische grondslag hebben. Ook zijn er in juridische zin geen onvoorziene omstandigheden op grond waarvan de tussen hen geldende overeenkomst zou moeten worden gewijzigd.
Klépierre zegt verder nog ongeveer 500.000 euro tegoed te hebben van Markthal Rotterdam omdat zij de exploitatiekosten in de eerste 9 maanden na opening van de Markthal voor haar rekening heeft genomen. In die periode was er discussie over het precieze moment van oplevering en over het moment waarop de exploitatie voor rekening en risico van Klépierre zou komen. De rechtbank houdt de beslissing op deze vordering aan en doet op een later moment over dit punt uitspraak.
Rechtstaete was de juridisch adviseur van Klépierre bij deze zaak.