Minister De Jonge heeft zijn voorstel voor hervorming van het Woningwaarderingsstelsel gepubliceerd: de aanwezigheid van buitenruimte en een goed energielabel zorgen voor extra punten. Ook krijgt het WWS een dwingend karakter.
Een A++++-woning krijgt volgens het vernieuwde Woningwaarderingsstelsel straks tien extra punten. Eén treetje lager, een A+++-woning, is sprake van negen extra punten. Een gewoon A-label is goed voor vier extra punten. Bij een eengezinswoning met een F-label is niet langer sprake van vier pluspunten, maar van vijf minpunten. En voor een woning met een G-label is een aftrek van tien punten voorgeschreven. Ook de aanwezigheid van buitenruimte leidt tot toekenning van extra punten. Zo is een balkon van 5 m2 tot 10 m2 goed voor vier punten en dat loopt bij een buitenruimte van 20 m2 tot 25 m2 op tot negen punten. In het oude stelsel gold voor alle buitenruimte tot 25 m2 slechts een waardering met twee punten. Het ontbreken van privé-buitenruimte leidt onverminderd tot een aftrek met vijf punten.
De wijzigingen in het Woningwaarderingsstelsel vallen samen met de publicatie van de Wet Betaalbare huur. Daarmee wil de minister meer betaalbare huurwoningen realiseren. Met de uitbreiding van het puntensysteem wordt de vrije huursector tot verdriet van veel beleggers verkleind en gaat huurprijsbescherming gelden voor woningen tot en met 186 punten. Dit komt overeen met een huurprijs in 2024 van € 1.123. De jaarlijkse huurverhoging wordt wettelijk beperkt tot de ontwikkeling van de CAO-lonen plus 0,5%. De regulering geldt voor nieuwe huurcontracten en zo lang er schaarste heerst. De noodzaak van regulering wordt om de vijf jaar geëvalueerd.
Door het WWS dwingend te maken, zijn verhuurders verplicht zich te houden aan de maximale huurprijs. Volgens De Jonge is die verplichting nodig, omdat meer dan de helft van de private huurwoningen te duur wordt verhuurd. Gemeenten worden verantwoordelijk voor toezicht en handhaving. Verhuurders riskeren straks een bestuurlijke boete als zij een te hoge huurprijs vragen.
De wet geldt straks voor zowel bestaande bouw, als nieuwbouwwoningen. Voor nog op te leveren nieuwbouwwoningen geldt gedurende tien jaar een opslag ter hoogte van vijf procent van de maximale huurprijs. Dit geldt voor middenhuurwoningen die worden opgeleverd na 1 januari 2024 en waarvan de bouw is gestart voor 1 januari 2025.