Het bestemmingsplan en de omgevingsvergunning voor woningbouwproject ‘Riva’ in Rotterdam blijven in stand. De buurman, een architect, tekende eerder bezwaar aan en eiste ruim een ton van ontwikkelaar Stebru.
Er mag een woontoren van ruim 65 meter hoog met 56 woningen, kantoorruimte en winkels op de begane grond gebouwd mag worden aan de Scheepmakershaven en de Bierstraat in Rotterdam. Zo heeft de de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State beslist.
Parkeren
Een architectenbureau is het niet eens met woningbouwproject Riva en kwam tegen het bestemmingsplan en de omgevingsvergunning in beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak. Ook diende het bureau een schadeclaim van ruim een ton in bij ontwikkelaar Stebru. Volgens het architectenbureau zou er onder meer onvoldoende parkeergelegenheid zijn en de berekende parkeerbehoefte te laag zijn.
Dat is naar het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak niet het geval. De parkeerbehoefte is volgens haar wel juist berekend en er is geen onaanvaardbare parkeeroverlast te verwachten als gevolg van het woningbouwproject.
Mobility as a service
Wel voert het architectenbureau naar het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak terecht aan dat Mobility as a service (MaaS) onvoldoende is gewaarborgd in de omgevingsvergunning. MaaS gaat om het plannen, boeken en betalen van al het mogelijke vervoer via apps. Het voorschrift over MaaS in de omgevingsvergunning richt zich alleen tot bewoners en niet tot de gebruikers van het gebouw. De gemeente Rotterdam heeft erkend dat dit voorschrift betrekking moet hebben op zowel bewoners als gebruikers, maar dat dit per ongeluk niet zo in de vergunning is opgenomen. Dat geldt ook voor de periode dat MaaS beschikbaar zou moeten zijn. In het vergunningvoorschrift staat dat dit minimaal tien jaar moet zijn, maar het is de bedoeling van de gemeente dat deze voorziening ook na deze tien jaar moet worden aangeboden.
Zelf in de zaak voorzien
De Afdeling bestuursrechtspraak heeft met instemming van partijen hierop ‘zelf in de zaak voorzien’. Dat betekent dat zij zelf de tekst van het vergunningvoorschrift heeft aangepast zoals de gemeente het heeft bedoeld en waardoor het bezwaar van het architectenbureau op dit punt is weggenomen. Andere bezwaren die het architectenbureau heeft aangevoerd tegen het woningbouwproject heeft de Afdeling bestuursrechtspraak ongegrond verklaard. Het bestemmingsplan en de omgevingsvergunning zijn daarmee definitief geworden.
