EIB: Vooral grote projecten worden veel trager gerealiseerd dan gepland

Van de geplande woningbouw in Nederland is in de periode 2022-2025 slechts driekwart gerealiseerd.

Vooral in de Randstad is de woningbouw ver achter gebleven bij de planning. De grootste problemen doen zich voor bij de grootschalige projecten (NOVEX), waar nog niet de helft van de geplande woningen is gerealiseerd. Ook een sterk accent op herstructurering/inbreiding levert langere doorlooptijden met meer vertraging op. Regio’s die meer kleinschalige projecten ontwikkelen met ook mogelijkheden voor projecten buiten bestaand stedelijk gebied, blijken de geplande woningbouw wel goed te realiseren.

Dit concludeert het EIB in de zojuist verschenen notitie 'Voortgang woningbouw: locaties in beeld'.

Belemmeringen

In de discussie over de voortgang van de woningbouw wordt vaak gewezen op de vele belemmeringen die hier spelen. Van stikstof tot aansluiting op het stroomnet en van vele regels tot tijdrovende bezwaarprocedures. De aandacht richt zich dan al snel op mogelijkheden om deze belemmeringen te beperken. Hier liggen kansen, maar veel minder aandacht is er voor het feit dat de risico’s voor de voortgang van projecten sterk verschillen tussen type projecten. Zo blijkt er een sterke samenhang te zijn tussen projectgrootte en voortgang.

Grote projecten blijken niet alleen langere doorlooptijden te kennen in de planning, maar ook een veel grotere kans te hebben op vertragingen. Terwijl bij kleine projecten (tot 100 woningen) planning en realisatie doorgaans goed aansluiten is dit bij grote projecten (vanaf 1.000 woningen) niet het geval en zijn er grote verschillen tussen planning en feitelijke realisatie. Ook kennen herstructurerings- of inbreidingsprojecten een langere doorlooptijd en een grotere kans op vertraging dan uitbreidingsprojecten. Regio’s die meer kleinschalige projecten ontwikkelen met ook mogelijkheden voor projecten buiten bestaand stedelijk gebied, blijken de geplande woningbouw wel goed te realiseren.

Voorbereidingstijd

Opvallend is dat dit beeld geldt vanaf het moment van start bouw. Eerder was al bekend dat grotere projecten beduidend meer voorbereidingstijd vergen – bijvoorbeeld  voor de infrastructuur die voorafgaand aan de woningbouw wordt gerealiseerd – maar  uit deze studie blijkt dat dit ook geldt nadat de schop in de grond is gegaan. Grote projecten blijken veel gevoeliger voor vertragingen dan kleine projecten. In combinatie met herstructurering, wat voor veel van de grote NOVEX-projecten geldt, is zelfs maar ruim 40% van de geplande woningbouw gerealiseerd.

Ondertussen is de planning in de Ontwerp Nota Ruimte voor de NOVEX-locaties neerwaarts aangepast. In 2022 werd nag uitgegaan van een aantal van 290.000 woningen tot 2030. Inmiddels is de planning afgeschaald naar 225.000 woningen. Hiervan zijn tussen 2022 en media 2025 echter slechts 25.000 woningen opgeleverd. Het realisatietempo zou op jaarbasis moeten vervijfvoudigen om deze nieuwe verlaagde doelstelling te halen en ook dit lijkt niet realistisch haalbaar. De belangrijkste conclusie is dat een sleutel voor meer voortgang in de woningbouw ligt bij de locatiekeuze. Sommige locaties kennen veel meer problemen en risico’s dan andere locaties. Door aan de voorkant hierop beter te selecteren kan de voortgang in de woningbouw aanmerkelijk worden verbeterd