Column Hein van der Meer: UBO-terror

De Panama Papers-affaire heeft de maatschappelijke roep om transparantie in de financiële wereld flink versterkt.

Door Hein van der Meer
Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 1, 31 januari 2020

De EU heeft hieraan gehoor gegeven met een update van de vierde anti-witwasrichtlijn tegen terrorismefinanciering en witwassen. Lidstaten zijn verplicht om vanaf 10 januari 2020 informatie bij te houden en centraal te registreren over de uiteindelijk belanghebbende – de zogenaamde ‘ultimate beneficial owner’ (UBO) – van vennootschappen, zoals nv’s/bv’s, maatschappen, cv’s en vof’s, maar ook andere juridische entiteiten, zoals stichtingen of trusts.

Nederland heeft die datum niet gered. Het is nog onbekend wanneer het wetsvoorstel in werking zal treden. Zodra het zover is, zullen ook ondernemingen in Nederland echter verplicht worden om natuurlijke personen met een economisch belang van minstens 25% in een onderneming in het register te schrijven. Als er geen belanghebbenden met een aandeel van meer dan 25% zijn, wordt degene die de zeggenschap uitoefent (de bestuurder) in het register opgenomen.

De richtlijn bepaalt ook dat (i) de naam, (ii) de geboortemaand en geboortejaar, (iii) de woonstaat, (iv) de nationaliteit en (v) de aard en omvang van het door de uiteindelijk belanghebbende gehouden economisch belang van de UBO openbaar wordt. Uitsluitend de bevoegde autoriteiten en de Financiële Inlichtingen Eenheid kunnen de UBO-gegevens gerangschikt op natuurlijke personen inzien. Anderen kunnen alleen op de naam van de juridische entiteit zoeken. Het is de verwachting dat legale commerciële aanbieders van persoonsgegevens, zoals de uitgever van de Quote 500, kredietbeoordelaars en bedrijven als Company Info en Experian de UBO-gegevens uit de Kamer van Koophandel (KvK) zullen verzamelen. Zij kunnen deze informatie gaan verkopen of via een eigen register tegen een vergoeding wel op naam van natuurlijke personen laten zoeken.

Maar heeft een publiek toegankelijk UBO-register meerwaarde? De opsporingsinstanties krijgen toch toegang tot de gegevens in het register? Is het wel nodig dat een concurrent of een geheel onbekende bij deze gegevens kan?

De komst van het openbare UBO-register veroorzaakt veel onrust bij vermogende familiebedrijven. Iedereen kan dan relatief eenvoudig een overzicht bemachtigen van de aard en omvang van het belang in Nederlandse juridische entiteiten van een UBO en kan door het combineren van cijfers achterhalen wat iemand waard is. Hoewel vermogende families zich minder druk lijken te maken over de miljonairslijstjes waarin zij worden opgenomen, uiten zij wel hun zorgen over het feit dat iedereen hun financiële waarde kan achterhalen. Dit kan een verhoogd risico op chantage, intimidatie of erger met zich meebrengen.

Kan de UBO hier nu niets tegen doen? Jawel. De UBO zou een verzoek tot afscherming van zijn UBO-informatie kunnen indienen bij de KvK. Hij/zij zal daarbij moeten aantonen dat er sprake is van (i) blootstelling aan een onevenredig risico, (ii) een risico op fraude, ontvoering, chantage, afpersing, pesterijen, geweld of intimidatie, (iii) minderjarigheid of (iv) andersoortige handelingsonbekwaamheid. Het is dan de bedoeling dat de UBO-informatie niet openbaar zal zijn in de tijd die UBO nodig heeft om een verzoek in te dienen en voor de KvK om hierover te besluiten en nog eventueel bezwaar en beroep af te handelen. Het zou een stap in de goede richting zijn als de gegevens van minderjarigen bij voorbaat al niet openbaar worden gemaakt, want je bent minderjarig of je bent het niet.

Niet voldoen aan de opgaveverplichtingen van de UBO-regeling is een economisch delict dat bestraft wordt met een gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden, een taakstraf of een geldboete tot € 21.750.

Het is spijtig om te constateren dat de Nederlandse overheid zich op Europees niveau niet hard maakt voor een betere waarborg van de privacy in combinatie met de verbetering van het veiligheidsgevoel van onze Nederlandse ondernemingen en UBO’s. Met een paar eenvoudige aanpassingen zou dit wel gerealiseerd kunnen worden. Bij grote bedrijven zal de registratie veel papierwerk en dus tijd, energie en geld gaan kosten. En wat dacht u van de bezwaar- en beroepsprocedures vanwege de afschermingsprocedures? Had de overheid niet tot doel de regeldruk te verminderen?

Nederland, dit kan beter!

Hein van der Meer is vastgoedadvocaat bij CMS