Negentien Brabantse gemeenten en de provincie Noord-Brabant werken samen om planologische procedures te versnellen.
Met project Sprong bundelen de gemeenten en provincie planologische expertise en capaciteit om voorbeeldregels voor de omgevingsplannen te maken. Zo hoeft niet iedere gemeente zelf het wiel uit en vinden en kunnen ze sneller hun omgevingsplannen gereed maken, stellen de gemeenten en de provincie.
De gemeentelijke deelnemers aan Sprong zijn: Woensdrecht, Halderberge, Deurne, Asten, Maashorst, Altena, Laarbeek, Bernheze, Waalwijk, Cranendonck, Gemert-Bakel, Someren, Son en Breugel, Land van Cuijk, Bergen op Zoom, Geertruidenberg, Oirschot en Steenbergen. Sprong wordt mede ondersteund door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), die projectorganisatie, kennis en expertise aanlevert.
Stap vooruit
De Omgevingswet, die in 2024 is ingevoerd, vraagt volgens de deelnemers om een nieuwe aanpak. Gemeenten moeten regels en visies over wonen, natuur, mobiliteit en duurzaamheid overzichtelijk samenbrengen in een omgevingsplan. Sprong moet dit efficiënter en effectiever te realiseren.
In januari 2025 start Sprong met het eerste blok, waarin twee groepen, West-Brabant en Oost-Brabant, aan de slag gaan met bouwregels. Gemeenten leren eerst werken met de nieuwe plansystematiek en stellen daarna regelsets op die zij kunnen gebruiken voor hun eigen omgevingsplan. Deze regelsets kunnen verder op maat worden gemaakt, afhankelijk van lokale behoeften en beleid. De eerste resultaten worden in april 2025 geëvalueerd, waarna de aanpak voor het volgende blok waar nodig wordt bijgesteld.
“We laten zien dat samenwerken echt werkt. Door onze kennis te bundelen, zorgen we ervoor dat we sterker staan en beter voorbereid zijn op de complexe vraagstukken die op ons afkomen”, zegt Wilma Dirken, gedeputeerde provincie Noord-Brabant. “Met Spromg stellen we gemeenten in staat om eerder hun volwaardige omgevingsplan vast te kunnen stellen. Daardoor kunnen gemeenten sneller aan de slag met grote fysieke opgaven in onze provincie, zoals woningbouw, mobiliteit en natuur.”
Het project benadrukt naar inzicht van Dirken het belang van regionale samenwerking en kennisdeling. “Het legt niet alleen een stevige basis voor de omgevingsplannen, maar ook voor een blijvend sterk netwerk tussen gemeenten, provincie en ketenpartners.”