Benzinebusje mag vanaf 2025 centrum Amsterdam niet meer in

Bedrijfs- en vrachtauto’s die op benzine en diesel rijden, zijn in principe vanaf 2025 niet meer welkom in de binnenstad van Amsterdam.

De hoofdstad stelt volgend jaar een uitstootvrije zone in voor het centrum. Er geldt daarbij een overgangsregeling voor ondernemers die nog niet van de fossiele brandstoffen af kunnen, bijvoorbeeld omdat er geen goed elektrisch alternatief voorhanden is. Zo mogen bestelbussen die op euro 5 rijden nog tot en met 2026 de stad in. Bedrijven met euro-6-bestelauto’s en -trucks hebben, afhankelijk van de leeftijd van de voertuigen, tot en met 2027 en 2029 uitstel.

Ontheffingen moeten ervoor zorgen dat ondernemers die niet direct in elektrisch kunnen investeren de tijd hebben om, eventueel met hulp van een subsidie van het Rijk of de sloopregeling van de gemeente, naar schoner vervoer over te gaan. De uitstootvrije zone voor taxi’s is uitgesteld, omdat de landelijke wetgeving daarvoor nog ontbreekt. Voor taxi’s gelden de regels voor de milieuzone.

Milieuzone Ring A10

De uitstootvrije zone zou eerst binnen de hele A10 gelden, maar omdat er nog geen geschikte verkeersborden zijn vastgesteld in de Tweede Kamer, wordt de zone tijdelijk verkleind tot de S100. Het voornemen is om de zone in 2028 uit te breiden naar de Ring A10.  Amsterdam scherpt wel de milieuzone binnen de Ring A10 aan. Daar worden vanaf volgend jaar de meest vervuilende dieselauto’s geweerd: alleen wagens vanaf emissieklasse 5 of hoger zijn welkom.

“Het verbeteren van de luchtkwaliteit is van levensbelang”, laat wethouder Melanie van der Horst (Luchtkwaliteit) wetn. “Amsterdammers leven nu elf maanden korter door vervuilde lucht. En jaarlijks zorgt de slechte lucht ervoor dat enkele honderden kinderen in Amsterdam astma krijgen. De uitstootvrije zone is daarom een belangrijke stap, maar ik wil wel dat ondernemers de ruimte krijgen om op een voor hen werkbare manier over te gaan op uitstootvrij vervoer. Veel ondernemers hebben al grote stappen gezet, maar we zien dat vooral kleine bedrijfjes meer moeite hebben. Daarom hebben we verschillende overgangsregelingen en kunnen er ontheffingen worden aangevraagd als bedrijven de overstap financieel gezien nog niet kunnen maken.”