Wonen en werken op een terp in het water en (stads)distributie met drones. Het is een toekomstvisie voor Arnhem en omgeving waar bedrijven uit heel Nederland nu al lessen uit zouden moeten trekken, meent Wim Timmermans van WUR.
Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 3, 25 maart 2022
Wageningen University & Research (WUR) doet al langer onderzoek naar een klimaatadaptieve inrichting van ons land. Onlangs kwam de ‘landbouwuniversiteit’ met een spraakmakende toekomstvisie voor hoe Arnhem en omgeving er in 2120 zou kunnen gaan uitzien. Het levert een kleurrijk scenario op van drijvende woningen, zelfrijdende auto’s, herten in de uiterwaarden, beekjes met watervallen en groen in plaats van asfalt. Wim Timmermans is senior-onderzoeker stedelijke klimaatadaptatie bij WUR.
Naar 400.000 inwoners
De noodzaak om anders en veelal op hoger gelegen gebieden te bouwen is ook ingegeven door een ander scenario waarmee de onderzoekers rekening houden, namelijk dat in 2120 grote delen van het westen van het land onbewoonbaar zijn geworden door het stijgende water. Het kan er in de visie van WUR toe leiden dat Arnhem, nu nog goed voor ongeveer 163.000 inwoners, over een eeuw 2,5 keer zoveel inwoners telt en dan met 400.000 inwoners de vierde stad van Nederland zou zijn.
‘Wij zeggen niet dat mensen en bedrijven de Randstad massaal ontvluchten voor het stijgende water’, haast Timmermans zich te zeggen. ‘Wat wel voor de hand ligt, is dat we ons bij grootschalige gebiedsontwikkeling minder gaan richten op plekken die verder onder NAP liggen en meer kijken naar andere gebieden. Dat betekent niet dat we enkel nog in het oosten van het land gaan ontwikkelen, maar op de lange termijn kan dat wel positieve gevolgen met zich meebrengen. Woon- en werklocaties zijn daar dan al klaar voor de toekomst.’
Geschiktheidskaart woningbouw
Er wordt volgens hem nu al anders met bodem en ondergrond omgegaan. ‘Lange tijd was het klimaat in Nederland redelijk constant. Problemen als overstroming, extreme regen of droogte konden we met techniek goed voorkomen of oplossen. Nu wordt het klimaat extremer. Dat dwingt ons anders naar de rol van bodem en ondergrond te kijken. We spelen er meer op in, bijvoorbeeld door rivieren meer de ruimte te geven, in plaats van dat we de natuur naar onze hand proberen te zetten. Aan het bouwen op een slechte bodem of ondergrond zijn ook hoge kosten en meer risico’s verbonden.’
Ook op overzichtelijke termijn kan er bij het bouwen rekening worden gehouden met klimaat en water. Op instignatie van de Deltacommissaris verscheen er eind vorig jaar een geschiktheidskaart van Nederland voor de geplande woningbouw tot 2029. ‘De conclusie die je daaruit zou kunnen trekken is dat je het beste woningen kunt bouwen op de hoge zandgronden in bijvoorbeeld Noord-Brabant, de Veluwe en de Heuvelrug en in de Achterhoek. Maar ik denk dat je veel verder moet kijken dan een periode van tien jaar. Ik begrijp best dat je nu wilt bijbouwen op plekken waar de vraag naar woningen het grootst is, maar een wijk die je nu bouwt, staat er over 100 jaar nog steeds.’
Scenarioschets Arnhem
De WUR besloot een deskstudie te doen naar een klimaatadaptieve toekomst voor Arnhem in 2120. ‘Niet alleen omdat Arnhem bij ons in de achtertuin ligt, maar ook vanwege de ligging tussen een stuwwal, de Veluwe en een rivierengebied. We wilden een voorbeeld geven van hoe het leven er straks tussen Rijn en Waal, feitelijk één gebied, kan uitzien. Daarbij schetsen we een scenario, het is geen blauwdruk voor hoe je het in de rest van het land zou moeten doen.’
Klimaatadaptief bouwen in het rivierengebied betekent onder meer drijvende dorpen en bouwen op superterpen. Timmermans: ‘Het biedt ontwikkelingskansen voor de hoger gelegen gebieden, terwijl je tegelijkertijd het mobiliteitsvraagstuk kunt meenemen. De A15 is laag gelegen en zal in de toekomst deels onder de superterpen en deels over de lagergelegen gebieden gaan. Daarnaast voorzien we meer vervoer per drone, ook in de stedelijke omgeving. Het zorgt ervoor dat de nieuwe locaties goed kunnen functioneren. De ligging aan het water biedt nieuwe bedrijven ook het voordeel van vervoer over water. Multimodale logistieke centra hebben de toekomst.’
Nu investeren
Bouwen in de hoogte, met kritieke functies op de begane grond, moet ertoe leiden dat de schaarse bebouwbare grond niet te snel op raakt. Dat de Arnhemmer van de toekomst daardoor gemiddeld een stuk kleiner woont, is volgens Timmermans niet per se slecht. ‘Doordat er over 100 jaar waarschijnlijk veel meer zelfstandig rijdende auto’s en andere vormen van deelvervoer zullen zijn, speelt straatparkeren nauwelijks meer een rol. Dat biedt de mogelijkheid om de directe woonomgeving veel groener te maken.’
Ook bedrijven zullen een plek vinden in het klimaatadaptieve Arnhem. ‘Deels zal dat betekenen dat bedrijven die nu nog in het westen van land zitten, meer gaan kijken naar het oosten. Net als voor een woning geldt ook voor een bedrijfspand dat je ervanuit gaat dat het er over 100 jaar nog staat. Als je wilt inspelen op factoren als overstromingen of juist extreme droogte, is het slimmer om daar nu al mee te beginnen. Als je het nu meeneemt in je investeringsbeslissingen, ben je goedkoper uit dan wanneer je over 30 jaar alsnog moet aanhaken. De wereld draait door en als slimme ondernemer kijk je vooruit en houd je rekening met duurzame ontwikkelingen in je businessmodel.’
Duurzaamheid decentraal
Timmermans verwacht dat er over 100 jaar ook geen diesels meer zijn die 1 op 10 rijden. ‘Als je nu moet kiezen, is het slimmer om voor duurzaam te gaan. De ontwikkelingen op het gebied van onder meer zonne-energie en wind gaan razendsnel. Tegelijkertijd wordt duurzaamheid ook steeds meer een decentrale aangelegenheid. Gemeenten en bedrijven worden directer afgerekend op hun ecologische footprint. Dat klinkt beperkend, maar biedt ook kansen voor nieuwe business. 20 jaar geleden was er nog nauwelijks een verdienmodel voor warmtepompen. Nu is dat een florerende industrie.’