Volgens voorman Pieter Omtzigt van NSC zijn al die arbeidsmigranten in Nederlandse distributiecentra hoofdzakelijk actief voor consumenten in andere landen. Volgens vastgoedadviseur Colliers ligt de werkelijkheid een stuk genuanceerder.
In de aanloop naar de Tweede Kamer verkiezingen doet Colliers een factcheck van stellingen die de politieke partijen poneren over de vastgoedsector. In het eerste verkiezingsdebat van RTL gingen partijleiders Dilan Yesilgöz (VVD), Frans Timmermans (GroenLinks-PvdA) en Pieter Omtzigt (Nieuw Sociaal Contract) in debat over klimaat, migratie, bestaanszekerheid en leiderschap. (Arbeids)migratie is een belangrijk onderwerp bij de verkiezingen, zo bleek ook uit een analyse van PropertyNL van de verkiezingsprogramma's. Over migratie stelde Omtzigt dat veel arbeidsmigranten naar Nederland komen om te werken in distributiecentra. Zij bedienen volgens hem vooral de Europese markt en niet de Nederlandse.
De vraag is in hoeverre deze laatste stelling waar is. Nederland is van oudsher een belangrijk land op het gebied van handel en logistiek. De haven van Rotterdam en Schiphol spelen als mainports een belangrijke rol in het logistieke netwerk van Europa. Na aankomst in Nederland worden veel producten vervolgens naar andere delen van Europa vervoerd. Niet voor niets wordt Nederland ook wel de ‘Poort van Europa’ genoemd.
Sterke Nederlandse handelsbalans
Dit blijkt ook uit de meest recente cijfers van het CBS. Gekeken naar gewicht importeerde Nederland ongeveer 630 miljard kilo aan goederen in 2021, waarvan minder dan 250 miljard kilo voor eigen gebruik. Iets meer dan 60% ging dus naar het buitenland. Samen met de in Nederland geproduceerde goederen kwam de totale export van Nederland uit op ongeveer 571 miljard kilo. Omtzigt lijkt hiermee dus gelijk te hebben.
Ook op basis van de handelsbalans is Nederland een doorvoerland. Nederland steekt er vergeleken met andere landen in de Europese Unie met kop en schouders bovenuit. In 2021 had Nederland mede dankzij de export van hoogwaardige technologie en een groot aandeel in goederenoverslag een positieve handelsbalans van liefst 229 miljard euro. België volgt als runner-up met ruim 30 miljard euro. Goederenvervoer is daarom van enorm belang voor de Nederlandse economie. Bovenstaande cijfers wekken de suggestie dat het logistieke netwerk vooral gericht is op Europa. Nederland profiteert overduidelijk van de gunstige ligging ten opzichte van het achterland. Dit blijkt ook uit de forse groei van het logistiek vastgoed, met ongeveer 3,75 miljoen vierkante meter per jaar in de periode tussen 2018 tot 2021.
Europese dc's in de minderheid
Een whitepaper van Stec Groep en DENC nuanceert dit beeld echter behoorlijk. Zo blijkt het aandeel distributiecentra dat specifiek is gericht op Europa, de zogenaamde Europese Distributiecentra (EDC), slechts 25% tot 30% van het totaal. De meeste distributiecentra bedienen namelijk de Nederlandse markt. Regionaal zijn er echter grote verschillen te zien, wat te maken heeft met de geografische ligging. Zo is in Limburg circa 60% van de distributiecentra een EDC en geldt dit in Noord-Brabant voor ongeveer 30-40% van de distributiecentra. Limburg ligt ingeklemd tussen België en Duitsland en voor NoordBrabant geldt dat de havens van Rotterdam en Antwerpen snel te bereiken zijn. Een deel van de EDC’s zijn bovendien van bedrijven die hun producten in Nederland maken. ASML vervoert zijn chipmachines bijvoorbeeld vanuit een distributiecentrum naast de fabrieken in Veldhoven.
De stelling dat distributiecentra in Nederland vooral de Europese markt bedienen is daarom maar ten dele waar. Het hangt vooral af van de locatie.