Aantal winkelpanden daalt nog steeds verder

In september telde Nederland nog zo’n 207.600 fysieke verkooppunten, inclusief horeca en diensten. Dat is een daling van 2% ten opzichte van begin vorig jaar. Zo daalde het aantal verkooppunten in huishoudelijke en luxe artikelen met 7%, in schoenen en lederwaren met eveneens 7% en in kleding en mode met 4%.

“De daling in het aantal winkels geeft aan dat het fysieke retaillandschap nog steeds in een transitie zit. Onlineverkoop heeft een stevige positie ingenomen en retailers moeten zichzelf opnieuw uitvinden”, aldus de onderzoekers. Wel is er waardering voor vastgoedeigenaren. Zij proberen mensen weer naar winkels te lokken, onder andere door in te spelen op de belevingseconomie. Ook verwijzen de onderzoekers naar studies van dataspecialist Locatus. Er lijkt heel voorzichtig sprake van een ommekeer in de daling van het aantal fysieke winkels. Binnen sommige categorieën, zoals speelgoed-, electronica- en textielzaken is sprake van stabilisatie. Die ombuiging zal naar verwachting ook plaatsvinden in de meeste andere winkelcategorieën. Bovendien zien winkelbeleggers de markthuur weer stijgen.

Verder meldt ABN Amro over de kantorenmarkt voorzichtig goed nieuws; het voorlopige plafond van thuiswerken lijkt bereikt. Gemiddeld komen (fulltime) thuiswerkers drie dagen in de week naar kantoor. Zo blijft het kantoor een cruciale rol spelen voor samenwerking en ontmoeting, voor zowel werkgever als werknemer. Al zijn er grote verschillen tussen grote en kleine bedrijven. Er wordt verwezen naar een onderzoek van CBRE: het MKB gaat terug naar 71 werkplekken per honderd werknemers. In grotere bedrijven is een teruggang voorzien naar 56 werkplekken per honderd werknemers. “Het omgaan met lage bezettingsgraden, thuiswerken en leegstaande kantoorvloeren op specifieke dagen blijft een grote uitdaging voor de Nederlandse kantorenmarkt”, aldus de onderzoekers.

Minder goed nieuws heeft ABN Amro over de woningmarkt. Bij woningen zorgt een reeks voor beleggers nadelige maatregelen ervoor dat woningen van de huursector naar de koopsector worden overgeheveld.