In het tweede kwartaal is voor 20.000 nieuwbouwwoningen een vergunning afgegeven. Dat zijn er 3.300 (17%) minder dan in dezelfde periode vorig jaar, meldt het CBS.
Ook het aantal vergunde bedrijfsgebouwen daalde: dat kwam uit op 4.700, 600 minder dan in het tweede kwartaal van vorig jaar. Woningtransformaties zijn niet in deze cijfers opgenomen.
Het aantal vergunde nieuwbouwwoningen is dit kwartaal voor het eerst gebaseerd op de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) en beschikbaar vanaf 2015. Eerder verzamelde het CBS de cijfers met een maandelijkse enquête onder gemeenten. Door die verandering is er nu ook zicht op het aantal vergunningen dat is ingetrokken. In het tweede kwartaal werd voor 1.500 nieuwbouwwoningen de bouwvergunning ingetrokken.
De vergunde bouwkosten voor alle woningen bedroegen in het tweede kwartaal € 3,2 mrd, een daling van 21%. Voor bedrijfsgebouwen daalden de vergunde bouwkosten met 33% naar € 1,8 mrd.
Minder opgeleverd
Het aantal gereedgekomen woningen is ook gedaald: met 1.100 tot 16.000. Netto werden er 15.900 woningen aan de voorraad toegevoegd doordat er ook woningen werden gesloopt (2.300) en verbouwd (2.400). 4.200 woningen werden door ver- of aanbouw toegevoegd en 400 woningen werden netto toegevoegd door administratieve correcties.
Het aantal bedrijfsgebouwen dat door nieuwbouw aan de voorraad werd toegevoegd was in het tweede kwartaal van 2025 3.100. Vorig jaar werden er in hetzelfde kwartaal nog 4.500 bedrijfsgebouwen opgeleverd.
Het aantal nieuwbouwwoningen in de pijplijn is in het tweede kwartaal met 3.100 gestegen. Voor bedrijfsgebouwen groeide de in ontwikkeling zijnde voorraad met 1.600.
Omzet bouw omhoog
De bouw boekte in het afgelopen kwartaal een omzetgroei van 5,2%. Dat is hoger dan het tweede kwartaal van 2024, toen de stijging 2,0% bedroeg. Het is het vijfde kwartaal op rij dat de omzet toeneemt. Vooral de grond-, water- en wegenbouwbedrijven groeiden hard: daar stond de plus op 10,5%. Bij de Burgerlijke en utiliteitsbouwbedrijven (B&U) was de omzet 7,6% hoger: bijna gelijk aan de toename in het eerste kwartaal, maar veel hoger dan in het tweede kwartaal van 2024.
