De totale werkvoorraad in de bouw is in januari 2017 met drie tiende maand afgenomen tot 8,3 maanden. De afname was vooral geconcentreerd in de woningbouw.
Dit blijkt uit cijfers van de EIB. De orderportefeuille in de woningbouw liet met een halve maand de grootste afname zien. De werkvoorraad is hiermee uitgekomen op 9,4 maanden. De daling kan worden gezien als een correctie op de sterke groei van de voorafgaande maanden, waarbij steekproefeffecten ook de cijfers van maand tot maand kunnen beïnvloeden.
De orderportefeuille in de utiliteitsbouw daalde van 8,9 naar 8,8 maanden, waarmee de sterke toename van een halve maand in december hier wel voor een groot deel stand hield. De totale orderportefeuille in de burgerlijke en utiliteitsbouw daalde hiermee met vier tiende maand tot 9,1 maanden.
Ruim de helft van de bedrijven beoordeelt hun huidige orderpositie als normaal, terwijl een kwart van de bedrijven deze als groot beoordeelt. Bijna zeven op de tien bedrijven verwacht geen verandering van de personeelsbezetting, terwijl bijna 3 op de tien bedrijven in de komende maanden verwacht personeel aan te trekken.
Ruim vier op de tien bedrijven verwacht de tarieven te zullen verhogen, terwijl 6 op de tien bedrijven verwacht de huidige tarieven vast te houden.
Dit blijkt uit de conjunctuurmeting in de bouwnijverheid van januari 2017 van het Economisch Instituut voor de Bouw. Deze meting wordt uitgevoerd in opdracht van de Europese Commissie. Aan de conjunctuurmeting verlenen ongeveer 400 hoofdaannemingsbedrijven met meer dan tien personeelsleden hun medewerking.
