Corporatie minder heilig dan gedacht bij vaststellen betaalbare huur

Voormalige minister Hugo de Jonge verwachtte veel van corporaties bij het realiseren van een groter contingent aan betaalbare woningen. Onderzoek door RTV Rijnmond leert echter dat in ieder geval de Rotterdamse corporaties voor hun woningen in het vrije huursegment teveel huur vragen, hoewel ze dat juridisch gezien wel mogen.   

Rijnmond onderzocht 33 zaken die werden aangebracht bij de huurcommissie waarbij sprake is van een te hoge huur op basis van de WWS-puntentelling maar huurders toch ongelijk kregen. In 27 gevallen gaat het om private verhuur, in 6 gevallen om corporatieverhuur.  De betrokken huurders betalen € 85 tot € 749 meer dan volgens de puntentelling is toegestaan. Bij de corporaties ging het om bedragen tussen de € 120 en € 339. In de private sector lopen de bedragen hoger op tot zelfs € 749.

Dat de huurders hun zaak toch verloren is een kwestie van timing. De uitspraken dateren van vóór 1 juli 2024, de datum van invoering van de Wet betaalbare huur. De wet is alleen van toepassing op nieuwe huurcontracten die nadien zijn gesloten. Het zorgt voor schrijnende verschillen tussen zittende huurders en nieuwe huurder in de complexen waar RTV Rijmond aan de bel trekt. Zoals bij een huurder van een complex in Rotterdam Nesselande van Stichting Ouderenhuisvesting Rotterdam (SOR).

De man betaalt als hij de woning in 2022 betrekt een aanvangshuur van € 1036 euro. Als hij hoort dat zijn buren slechts € 600 - € 700 betalen, stapt hij naar de huurcommissie. Die stelt vast dat de man inderdaad op basis van de WWS-punten teveel huur betaalt: € 117 per maand, maar toch kan de commissie geen lagere huur opleggen omat de commissie op dat moment nog geen zeggingskracht heeft over gereguleerde middenhuur (144-187 punten). Inmiddels betaalt de man na de laatste huuraanpassing bijna € 1.300 euro. 

Corporatiekoepel Aedes stelt in een reactie dat 'corporaties voorop zouden moeten lopen bij de uitvoering van de wet.'  De koepel laat zich niet uit over de vraag waarom dat bij de zittende huurders niet is gebeurd. Havensteder, een van de andere corporaties die in het onderzoek zijn betrokken,  stelt in een reactie: 'Wij bepaalden voor de invoering van de Wet betaalbare huur de huurprijs voor vrijesectorwoningen op basis van locatie, woonoppervlakte, woningtype, en de markthuurprijs voor soortgelijke huizen.'

De Rotterdamse corporaties geven aan zich aan de wet te zullen houden. Bij nieuwe huurcontracten geldt de puntentelling én een passende huurprijs.