De woningbouwplannen van de overheid kunnen best wat pragmatischer worden ingestoken, vindt vertrekkend Annexum-directeur Huib Boissevain. Hij wil een rol spelen in het formuleren van een gezamenlijke visie van de vastgoedmarkt.
Boissevain (67) zegt dat in een afscheidsinterview met De Telegraaf. In de wakkere krant blikt hij terug op onder meer de aankoop van het casino aan het Leidseplein in Amsterdam en de overname van ruim zestig supermarkten van Jumbo.
Vastgoedsector loopt achteraan
Voormalig Unilever-directeur Madelon van der Tol (47) is met haar marketingachtergrond een ideale opvolger, vindt hij. ‘De financiële sector is altijd een van de laatsten met alle nieuwe ontwikkelingen. En de vastgoedsector is nog iets later. We wilden vernieuwing, een frisse blik, en iemand die marketing echt snapt. In deze sector is de nieuwsbrief nog het summum van innovatie, dus daar valt wat te winnen.’
Betaalbaar betekent gesubsidieerd
Annexum heeft een aanzienlijke woningportefeuille. Boissevain vindt dat er in de woningbouwplannen meer naar de behoefte van verschillende doelgroepen gekeken moet worden. Niemand vraagt: wat voor woningen hebben we echt nodig? Jongeren, ouderen, gescheiden mensen, ze hebben allemaal andere wensen. Daar wordt in de politiek nauwelijks over nagedacht.’
Het streven naar twee derde betaalbaar bouwen kan Boissevains goedkeuring niet wegdragen: ‘Dat betekent eigenlijk: gesubsidieerd. Het resterende derde van de woningen moet dan de rest subsidiëren. Dat houdt geen projectontwikkelaar vol. De bouweisen zijn ook torenhoog. Aan de ene kant hebben we een huurmarkt gecreëerd waarbij je ieder hondenhok nog verhuurt, aan de andere kant moet elke woning die erbij komt een vijfsterrenhotelkamer zijn. Misschien moeten we daar iets pragmatischer mee omgaan.’
Boissevain wil werk gaan maken van meer inzetten op flexibiliteit. ‘Laat de woningbouwsector met één stem spreken en kom met een gezamenlijke visie. Dat is mijn missie voor de komende tijd. Ik ben ook al een tijdje bezig om de vastgoedsector aan te spreken op het feit dat ze ook hun eigen verantwoordelijkheid moeten nemen.’