Een initiatiefwetsvoorstel van CU en PvdA lijkt na aanpassingen aanstaande dinsdag bij de stemming op een meerderheid in de Tweede Kamer te kunnen rekenen.
Het wetsvoorstel beoogt een eind te maken aan de tijdelijke huurcontracten, die notabene werden ingevoerd om de doorstroming te bevorderen. Gevolg was meer onzekerheid voor huurders die bij de huidige woningnood na twee jaar op straat kwamen te staan omdat de verhuurder meende met een nieuw contract en eventueel nieuwe huurders meer huur kon vragen.
Over het voorstel was al gedebatteerd, maar werd onlangs getorpedeerd door CDA en VDD die met amendementen kwamen. Het CDA was aanvankelijk zelfs voormaar had zich bedacht, de VVD was sowieso tegen.
Ziedend
CDA en VVD wilden de kleine verhuurder met een extra woning de mogelijkheid bieden een huurder uit te zetten, in geval hij zelf of een familielid er moet gaan wonen, of omdat hij de woning wil verkopen. De initiatiefnemers waren ziedend. Op deze manier had de huurder net zo weinig zekerheid als in de huidige situatie.
Die amendementen zijn nu van de baan maar enkele wijzigingen worden na een volgend debat donderdag alsnog doorgevoerd. Om te beginnen is een vast huurcontract de norm, maar uitzonderingen zijn mogelijk. Een tijdelijk contract blijft mogelijk voor een verhuurder als deze gaat samenwonen maar voor de zekerheid de woning aanhoudt en verhuurt. Dat mag voor een periode die langer is dan twee jaar. Ook zou men een woning nog tijdelijk mogen verhuren als er later een ‘familielid’ in gaat wonen of het op termijn verhuurd wordt aan kwetsbare groepen als studenten of vluchtelingen.