Bouwplicht gefundeerd op juridisch drijfzand

Het mogelijk invoeren van een bouwplicht of het belasten van grondspeculatie door minister De Jonge (VRO) is juridisch niet houdbaar menen deskundigen. 

In zijn Kamerbrief over het doorbouwen in veranderdende omstandigheden, daags voor de Dag van de Projectontwikkeling waar De Jonge ook acte de présence gaf, kondigt de minister een nieuwe Kamerbrief over het grondbeleid in gemeenten aan. 

'Op dit moment duren onderhandelingstrajecten met grondeigenaren vaak lang en past de grondprijs zich vaak langzaam aan, aan de neerwaartse economische omstandigheden waardoor woningbouwprojecten vertraging oplopen of niet doorgaan', aldus de De Jonge. ' Ik zal in de brief over grondbeleid maatregelen presenteren en voorstellen doen voor verbeteringen. Daarbij komen ook de in uw Kamer genoemde suggesties zoals een bouwplicht en een planbatenheffing aan de orde.' Beide ideeën komen uit de koker van de PvdA fractie en beogen jarenlange speculatie met grond tegen te gaan. 

Lees ook: Neprom fileert aanklacht over grondspeculatie

Eefje van Bommel, advocaat-partner bij Hemwood, acht de juridische haalbaarheid van een bouwplicht niet al te groot, zo laat zij weten via LinkedIn. 'Ik ben benieuwd naar de conclusies van de Minister daarover.'. Ze verwijst daarbij naar een kamerbrief van oud-Minister voor Milieu en Wonen Van Veldhoven-Van der Meer van eind 2019 waarin zij stelde dat “Ik kom tot de conclusie dat een wettelijke algemene bouwplicht moeilijk denkbaar is in het licht van het proportionaliteitsbeginsel. Dit geldt naar mijn mening ook in het merendeel van de gevallen voor een bouwplicht voor woningen in een specifiek geval.” 

Van Bommel onderschrijft deze conclusie. 'Het opleggen van een bouwplicht betekent een ernstige inbreuk op het eigendomsrecht en kan onevenredig grote (financiële) gevolgen hebben voor een grondeigenaar. Het is zeer discutabel of een dergelijke verstrekkende plicht zal voldoen aan het evenredigheids- en proportionaliteitsbeginsel. Daarnaast is het de vraag of een bouwplicht in lijn is met de eisen uit artikel 1 van het Eerste Protocol van het EVRM.'

Emiritus-hoogleraar Gebiedsontwikkeling Friso de Zeeuw spreekt van een herhaling van zetten. 'Om de vijf jaar dezelfde toneelvoorstelling. De uitkomst is ook steeds dezelfde: een wettelijke bouwplicht niet effectief en juridisch onhoudbaar.'