Wetsvoorstel 'excessief' lenen van de eigen B.V. klaar voor input

De overheid heeft het concept wetsvoorstel 'excessief' lenen van de eigen B.V. gepubliceerd. Het Kabinet voorziet meteen een incidentele opbrengst van € 1,35 mrd in 2019. Belanghebbenden kunnen tot 1 april input leveren.

 

Op Prinsjesdag 2018, zo meldt René Maat vastgoedfiscalist bij RechtStaete, is in een brief aangekondigd dat er met ingang van 1 januari 2022 maatregelen zouden komen die 'excessief' lenen bij de eigen B.V. zouden moeten ontmoedigen (naast de bestaande jurisprudentie op dit punt). Deze aankondiging bevatte de volgende contouren van de maatregelen:

- Als de totale som van de schulden aan de eigen vennootschap meer dan € 500.000 bedraagt, wordt dat meerdere als fictief inkomen in box II belast tegen een tarief van 26,9%;
- Voor bestaande en nieuwe eigen woningschulden aan de eigen vennootschap wordt een overgangsmaatregel getroffen.

Deze contouren zijn nader uitgewerkt in een concept wetsvoorstel dat op 4 maart jl. is gepubliceerd. Op hoofdlijnen komt deze nadere uitwerking neer op onder meer het volgende:
1. Het totaal bedrag aan leningen van eigen vennootschappen (vennootschappen waarin men globaal gesproken direct of indirect een belang van 5% of meer heeft) tezamen met de fiscale partner is bepalend;
2. Leningen van de eigen vennootschappen aan familieleden of fiscale partners van familieleden (in de rechte lijn, dus grootvader, vader, kind, kleinkind) die zelf geen aandeelhouder zijn tellen mee (de aandeelhouder kan hierdoor dus belast worden voor een schuld van een ander);
3. Het eerste meetmoment is 31 december 2022;
4. Er vindt geen saldering plaats met vorderingen op de eigen vennootschap;
5. Onder lening worden verstaan alle civielrechtelijke schuldverhoudingen en verplichtingen aan het einde van het kalenderjaar op basis van de nominale waarde (inclusief bijgeschreven/nog niet betaalde rente);
6. Daarnaast worden situaties die economisch gelijkgesteld kunnen worden aan een lening als zodanig behandeld;
7. Het meerdere boven € 500.000 wordt in box II belast tegen 26,9%, waarbij dit meerdere in de aangifte mag worden verdeeld tussen de fiscale partners;
8. De schuld blijft na toepassing van de regeling en belastingheffing in box II bestaan. Voor de toepassing van bijvoorbeeld box III kan de schuld aan de eigen vennootschap dus in aftrek worden gebracht;
9. Bestaande afspraken met de belastingdienst over de hoogte van de schuld aan de eigen vennootschappen worden mogelijk “overruled” door de nieuwe wetgeving;
10. Op 1 januari 2022 bestaande eigen woningschulden tellen niet mee. Voor nieuwe eigen woningschulden geldt de eis dat ze alleen dan niet meetellen als ten behoeve van de eigen vennootschap een hypotheekrecht is gevestigd. Daarbij is een aandachtspunt dat het tarief waartegen de rente voor eigen woningschulden in aftrek kan worden gebracht de komende jaren vrij abrupt zal worden verlaagd naar het laagste tarief.

Op basis van dit concept wetsvoorstel heeft men nog tot 31 december 2022 om de schuld aan de eigen vennootschap(pen) af te bouwen tot onder de grens van € 500.000. Voor zover dat niet lukt vindt er een heffing in box II plaats van 26,9%. Het kabinet gaat er vanuit (opbrengstraming € 1,35 mrd) dat dit er toe zal leiden dat veel vennootschappen nog in 2019 dividenden zullen gaan uitkeren om daarmee de schuld van de aandeelhouder(s) te verlagen. In 2019 is het tarief in box 2 namelijk nog 25% in plaats van de 26,9% die in 2022 geldt. Dit concept wetsvoorstel is bedoeld om input van belanghebbenden te krijgen. Enige tijd na afloop van deze zogenaamde consultatieronde (1 april 2019) zal het definitieve wetsvoorstel worden ingediend.