Veel werknemers verafschuwen open kantoortuin

Vaker thuiswerken zorgt er niet voor dat we in Nederland opeens veel minder kantoorruimte nodig hebben, concludeert het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Wel heeft de open kantoortuin zijn tijd gehad.

Sinds de Corona-uitbraak vorig jaar is er veel gespeculeerd over het effect van meer thuiswerken. Op het gebruik van de hoeveelheid kantooroppervlakte heeft thuiswerken naar verwachting van het PBL weinig effect. Uit een peiling onder werkgevers blijkt dat ongeveer de helft met minder kantooroppervlakte toe kan, maar de andere helft heeft juist behoefte aan meer vierkante meters.

Veel thuiswerkers blijken een hekel te hebben aan een kantoortuin. Zij vragen om meer (online)overlegruimten en minder om (open) werkplekken. Dat kan er volgens het PBL toe leiden dat bedrijven vaker de inrichting van hun kantoren zullen veranderen: met minder werkplekken, maar met meer ruimte voor overleg.

Het PBL vraagt zich ook af of het bedrijfsleven post-pandemie nog zoveel ruimte blijft geven aan thuiswerken. Meer dan de helft van de werknemers kan nu al niet thuiswerken. En onder de mensen die tijdens de Covid-19-uitbraak geheel of grotendeels thuiswerkten, waren er veel die dat daarvoor ook al deden. Zij zijn sinds corona vooral vaker thuis gebleven.

Verder blijkt uit de PBL-inventarisatie dat nauwelijks sprake is van effect op de woningmarkt. Het vertrek van gezinnen uit de stad heeft volgens het Planbureau veel meer te maken met de torenhoge huizenprijzen, dan met een verlangen naar het platteland. Van een exodus uit de stad is geen sprake.

De grootste impact van thuiswerken verwacht PBL op de verkeersdrukte. Een kleine afname van het autogebruik in de spits heeft een groot effect op het aantal opstoppingen: 20 % minder autogebruik zorgde tijdens de pandemie voor 70% minder files. Overigens, thuiswerken leidt niet per se tot minder verkeer. De tijd die forenzen besparen wordt onder meer benut voor winkelen.

img
Redacteur
Profiel