RIJSWIJK - De rechtbank in Utrecht heeft het pensioenfonds Metaal en Techniek (PMT) in het ongelijk gesteld in een civielrechtelijke procedure tegen oud-manager E.V. Pouw. De rechter heeft het verwijt van PMT dat Pouw onrechtmatig zou hebben gehandeld in een aantal transacties met onroerend goed, verworpen. Pouw's toenmalige directe chef drs R. Hoyng heeft hem in een getuigenis vrijgepleit.
RIJSWIJK - De rechtbank in Utrecht heeft het pensioenfonds Metaal en Techniek (PMT) in het ongelijk gesteld in een civielrechtelijke procedure tegen oud-manager E.V. Pouw. De rechter heeft het verwijt van PMT dat Pouw onrechtmatig zou hebben gehandeld in een aantal transacties met onroerend goed, verworpen. Pouw's toenmalige directe chef drs R. Hoyng heeft hem in een getuigenis vrijgepleit.
PMT verweet Pouw dat hij tussen 1990 en 1996 als exploitatiemanager van PMT onrechtmatig zou hebben gehandeld bij de verkoop van onroerend goed. Pouw zou met opzet onroerend goed tegen extreem lage prijzen aan speculanten hebben verkocht en zonder goedkeuring van zijn werkgever toestemming hebben gegeven voor het splitsen en uitponden van te goedkoop verkochte woningen. Daardoor zou het pensioenfonds bijna € 7 mln aan inkomsten zijn misgelopen.
De Meervoudige Kamer van de rechtbank in Utrecht heeft in haar vonnis van 21 januari 2003 alle gronden verworpen, waarop het PMT Pouw onrechtmatig handelen verweet. Ze doet dit op basis van het verweer van Pouw en de getuigenis van onder anderen de voormalig directeur Beleggingen van PMT, drs R. Hoyng, destijds de directe chef van Pouw. Het pensioenfonds heeft, aldus de rechtbank in haar vonnis, geen enkel bewijs kunnen aandragen dat Pouw in zijn functioneren persoonlijk voordeel heeft genoten of bedongen, noch dat hij zijn privé-vastgoedportefeuille ‘goedkoop heeft aangekocht’. Pouw verklaarde al eerder, dat hij zijn onroerend goed tegen marktconforme bedragen heeft verworven.
De rechtbank oordeelde tevens dat de beslagen van het PMT op de bankrekeningen en panden van Pouw en zijn echtgenote onrechtmatig zijn en direct moeten worden opgeheven op straffe van een dwangsom van € 10.000 per dag. Het pensioenfonds is veroordeeld in de proceskosten van Pouw.
Pouw kan nu een schadeprocedure tegen het PMT beginnen, maar het pensioenfonds kan ook een regeling met zijn ex-werknemer treffen. Een dergelijke regeling staat nog los van de klacht die Pouw al eerder bij de Raad van Tucht had ingediend tegen KPMG Forensic Accounting. Op basis van een langdurig onderzoek van deze accountant startte het PMT in 2002 de civielrechtelijke procedure. Overigens hebben volgens de advocaat van het PMT het onderzoek van KPMG en de procedure tegen Pouw het PMT nu al enkele miljoenen euro’s gekost. Dat bedrag kan nog verder oplopen, als tussen partijen geen schikking wordt bereikt.