Onderzoek: huizenmarkt Amsterdam is geen zeepbel

De Amsterdamse huizenmarkt is geen zeepbel, constateren economen in het jongste nummer van ESB.

De enorme prijsstijgingen van de afgelopen jaren zijn volgens economen goed te verklaren door de lage rente, schaarste en hoge huren. Matthijs Korevaar, universitair docent Finance aan de Erasmus Universiteit deed onderzoek naar de Amsterdamse huizenprijzen over de afgelopen vierhonderd jaar, samen met hoogleraren Marc Francke van de Universiteit van Amsterdam en Piet Eichholtz van de Universiteit Maastricht.

Volgens Korevaar is Amsterdam is al sinds de zeventiende eeuw de duurste stad van Nederland. De onderzoekers zetten de historische huizenprijzen af tegen de rentestanden, de huren en het aanbod van woningen. Ze kwamen tot de conclusie dat de vraagprijzen van Amsterdamse huizen niet veel afwijken van de reële huizenprijs – het bedrag dat de woning werkelijk waard is. De stijging van de koopprijzen loopt evenmin uit de pas met de huren in de stad, die de afgelopen jaren ook behoorlijk omhoog zijn gegaan.

De lage rente lijkt de belangrijkste motor achter de prijsstijgingen. Bovendien lokt de lage rente ook professionele beleggers naar de huizenmarkt, die uit een woning meer rendement denken te halen dan uit aandelen of obligaties. “De huizenmarkt is geen zeepbel”, aldus Korevaar. Dit wil niet zeggen dat de huizenprijzen niet kunnen dalen. “We zien dat de huren in Amsterdam omlaag gaan door de coronacrisis. Dat kan betekenen dat ook de reële huizenprijzen wat gaan dalen, zeker als de rente gaat stijgen.”

img
Redacteur
Profiel