Tijdens de twee maanden dat Nederland in lockdown ging, heeft de huizenmarkt nauwelijks last gehad van corona. In de afgelopen week lag het aantal transacties maar liefst 23% hoger dan het weekgemiddelde vóór de lockdown.
Dit blijkt uit analyses van Brainbay, een dochteronderneming van NVM. “We baseren ons op cijfers, en die zijn glashelder. Het lijkt erop dat woningzoekenden nog steeds in mogelijkheden denken. Daarnaast is de rente nog steeds laag en speelt ook het seizoen een positieve rol”, aldus voorzitter Onno Hoes.
De nieuwste woningmarktstatistieken laten verder zien:
- het aantal te koop gezette woningen ligt vergeleken met het begin van de crisis in precies dezelfde periode 1,4% hoger dan een jaar geleden;
- het aantal dagen waarbinnen een woning verkocht wordt, ligt gemiddeld op 29. Een jaar geleden waren dat nog 42 dagen;
- de vierkante meterprijs van (verkochte) woningen is tussen half april en mei licht gestegen met 1,1% in vergelijking met de maand voor de lockdown. Een gemiddelde woning kost nu € 333.000. In vergelijking met een jaar eerder is dit landelijk 7,7% hoger.
Lana Gerssen, voorzitter van de vakgroep Wonen: “Mensen zijn nog steeds bezig met hun huis: men denkt juist in deze tijd aan het verbouwen van hun woning en het verlagen van hun maandlasten, waardoor er veel beweging is in de hypotheekmarkt. Anderen besluiten toch voor verkoop te gaan, en kopen een woning die beter aan hun wensen voldoet. Het is onverminderd druk op de woningmarkt”.
Airbnb
Het aantal vrijgekomen huurwoningen ligt in met name toeristische steden en regio’s zo’n 13% hoger dan in de weken voor de crisis. Vergeleken met vorig jaar is dit zelfs 21% meer. Dat is opvallend. Afname van het gebruik van Airbnb lijkt een logische verklaring, zoals in Amsterdam en Den Haag
In de hele dure prijsklassen ziet NVM een afname in het aantal huurpanden. En er is een afname van het aandeel expats/internationals (ten opzichte van het totaal aantal verhuurtransacties) dat een woning heeft gehuurd sinds de uitbraak van corona: van 21% naar 14%. Voor de vier grote steden en Eindhoven is het percentage gedaald van 55% naar 44%.
