NVB: Maak eigen huis weer betaalbaar voor starters

De rijksoverheid dreigt de strijd tegen de woningnood te verliezen. Om niet te belanden in een achterhoedegevecht is het cruciaal om snel een trits van maatregelen in te voeren. Dat staat in een essay van NVB. 

Vooral maatregelen die het aanbod verruimen zijn volgens Peter Boelhouwer, hoogleraar Housing Systems TU Delft en oud-NHG-directeur Karel Schiffer noodzakelijk om de huidige woningnood te verminderen. Het bouwen van koopwoningen voor starters moet daarbij prioriteit krijgen.

Peter Boelhouwer en Karel Schiffer concluderen dit in het essay ‘De meerwaarde van de eigen woning: geef starters een kans’ dat zij in opdracht van NVB Vereniging voor ontwikkelaars en bouwondernemers hebben geschreven. In het essay stelt het tweetal vast dat de balans tussen de maatschappelijke voordelen en de meerwaarde van een eigen huis naar vooral de financiële risico’s is doorgeslagen. Dit terwijl wetenschappelijk onderzoek de vele positieve effecten van eigen woningbezit toont. Zo zorgt een eigen huis bijvoorbeeld voor vermogensopbouw. “Een afgeloste koopwoning levert voor ouderen immers veel meer keuzevrijheid en mogelijkheden op om een toekomstige zorgvraag te accommoderen en om de dagelijkse woonuitgaven te beperken waardoor men minder afhankelijk wordt van de pensioeninkomsten.”

Tegelijkertijd zien Boelhouwer en Schiffer dat een steeds groter wordende groep buitenspel is komen te staan. Koopwoningen zijn, zeker voor mensen met lagere maar steeds vaker ook middeninkomens, onbetaalbaar geworden. Zo is de gemiddelde verkoopprijs van een nieuwbouwwoning in drie jaar tijd met 95.000 euro gestegen naar 380.000 euro. De uitsluiting van een generatie (koop) starters leidt tot steeds schrijnendere situaties, zoals een sterke toename van het aantal daklozen. Ook lukt het maar niet om de bouwproductie te versnellen, in augustus daalde deze naar crisis niveau. “Het is duidelijk gebleken dat de ingezette decentralisatie, waarbij gemeenten en marktpartijen gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor de woningbouwproductie niet tot het gewenste resultaat heeft geleid.”

In het essay schetsen Boelhouwer en Schiffer een aantal oplossingsrichtingen waarbij maatregelen die de woningproductie stimuleren de hoogste prioriteit krijgen. De huidige agenda’s en akkoorden zijn vaak te vrijblijvend, er moet meer centrale bevoegdheid komen bij de minister rondom volkshuisvesting. Deze kan wat Boelhouwer en Schiffer betreft snel aan de slag met een palet van maatregelen:

· Een ruimhartiger ruimtelijke ordening beleid waardoor er veel meer locaties beschikbaar komen en grondprijzen normaliseren.

· Maak afspraken over de woningbouwproductie met gemeenten inclusief financiële prikkels om deze doelen te halen.

· Verbeter de positie van starters door een lagere overdrachtsbelasting en NHG-premie, individualisering van de NIBUD inkomenscriteria, en de bouw van meer kleinere starterswoningen in hogere dichtheden.

· Zet prijsopdrijvende regelingen—zoals belastingvrije giften—om in instrumenten die de nieuwbouw stimuleren—zoals lagere grondprijzen voor betaalbare woningen.

· Voer maatregelen in die zorgen dat nieuwbouw ook daadwerkelijk bij de doelgroep terecht komt zoals bewoningsplicht en anti-speculatiebeding.

· Herintroduceer bouwspaarregelingen. Deze regelingen zijn in het buitenland succesvol en kunnen nu ook in Nederland slagen vanwege de lagere ‘Loan-To-Values’.