Het woningbouwbeleid van minister Mona Keijzer wordt gekenmerkt door naïviteit. Een versnelling van de woningbouwproductie lijkt ondanks de Woontop eind vorig jaar niet in zicht, meent onderzoeksbureau Locatus.
Oplevering van 100.000 woningen per jaar - de vurige wens van de minister van Volkshuisvesting - is volgens Locatus niet reëel. Voor 2025 staan slechts 72.000 woningen gepland voor oplevering. Ook daalt het aantal in uitvoering zijnde woningbouwplannen: van 172.000 midden vorig jaar naar nu 165.000 woningen. Wel groeit de planvoorraad. Het verschil is minimaal, maar de aantallen zijn gestegen van 1,249 mln (2e helft 2024) naar 1,308 mln. Dit betreft alle geplande woningen, waaronder ook heel zachte plannen. Veel daarvan, aldus Locatus, zal nooit worden gerealiseerd. En de woningen die wel worden gerealiseerd, komen pas na 2030 op de markt. Locatus registreert in haar Database Woningbouwplannen enkel de grote plannen. Het daadwerkelijk aantal te realiseren woningen kan wat hoger uitvallen, maar kleinere bouwplannen hebben volgens hen weinig impact op het totaal.
“Hoewel het de afgelopen zes jaar al niet lukte, roept de huidige VRO-minister nog steeds dat we 100.000 per jaar gaan realiseren. Het idee is dat met nieuwe maatregelen en minder regeldruk, de woningbouw wordt versneld. Dat is een naïeve houding, want stikstof, netcongestie en bezwaren van omwonenden belemmeren woningbouw. Bovendien maakt de wet Betaalbare huur het bouwen van nieuwe huurwoningen onaantrekkelijk. Volgens onze analyse lijkt het opnieuw onmogelijk die doelstelling voor 2025 te halen”, aldus Locatus in een schriftelijke toelichting.
Vorig jaar werden 82.000 woningen aan de woningvoorraad toegevoegd, het laagste aantal in zes jaar tijd.