Infra-, bouw- en vastgoedconcern BAM is danig afgeslankt maar haalt betere resultaten.
Zo steeg de nettowinst van € 18 naar € 180 miljoen. BAM deed een aantal buitenlandse dochterbedrijven van de hand en boekte daardoor aanzienlijk minder omzet. De winst ging omhoog en dus kondigde het bedrijf uitkering van dividend aan, voor het eerst sinds jaren.
BAM deed het goed met zijn Nederlandse woningactiviteiten. Haarlem, Delft, Kerkrade en Landgraaf zijn maar enkele van de plaatsen waar BAM afgelopen jaar druk aan het verduurzamen sloeg.
Het orderboek is met € 10 miljard goed gevuld, al is het wel geslonken door onder meer verkoop van zijn Duitse tunnelbouwer en een groot project van het bedrijf.
In Nederland had de bouwer recentelijk grote projecten onder handen zoals de Afsluitdijk, de Zeesluizen bij IJmuiden en de Nieuwe Sluis bij Terneuzen. Dit waren om uiteenlopende redenen hoofdpijndossiers, maar inmiddels lijkt BAM ze alle drie achter zich te kunnen laten.
Het enige dat BAM nog een blok aan het been is, is een onderzoek van de Fiod naar BAM International. Het onderdeel bestaat sinds 2020 niet meer, maar het onderzoek loopt nog.
