IVBN zeer teleurgesteld over ‘vijandig investeringsklimaat’ dat minister creëert

Hoewel minister Ollongren in haar brief aan de Tweede Kamer aangeeft het aanbod van woningen te willen stimuleren, werken al die maatregelen contraproductief, zegt Frank van Blokland, directeur van IVBN.

Volgens hem komen investeringen in de woningmarkt ter discussie te staan door de stapeling van maatregelen. ‘Deze stapeling van maatregelen en regulering werkt echt volkomen averechts’, zegt Van Blokland. ‘IVBN-leden realiseren gemiddeld 9000 nieuwe huurwoningen en willen graag veel meer midden-huurwoningen bouwen, maar de politiek blijft ervoor kiezen om dat vooral te ontmoedigen.’

Naast de beperking van de jaarlijkse huurstijging in de héle huursector tot inflatie plus 1%, heeft ook de verhoging van de overdrachtsbelasting van 2 naar 8% grote negatieve effecten op investeringen door lange termijn beleggers. Voorts komt er een hele forse beperking van de WOZ-factor in het WWS aan, wat juist in zeer gespannen woningmarkten tot verkoop van middenhuur woningen gaat leiden, terwijl er juist behoefte is aan behoud en méér middenhuur. De verhuurderheffing, die circa twee maanden huur kost, blijft voor lange termijn beleggers reden om niet langer in het segment onder de € 740 te beleggen. Lokaal hebben professionele woningbeleggers ook te maken met diverse vormen van regulering. Een voorbeeld van het negatieve politieke sentiment is de landelijke politieke discussie om vanwege de coronacrisis de jaarlijkse huurverhoging niet te laten doorgaan, terwijl IVBN en andere verhuurdersorganisaties juist maatwerk leveren om getroffen huurders door die crisis heen te helpen.

In een poging een noodknop op basis van de WOZ te voorkomen, deed IVBN vorig jaar het constructieve voorstel de huurverhoging in de vrije sector voor zittende huurders te beperken tot inflatie plus 1,5%. De minister stelde in mei van dit jaar voor dat te gaan doen met inflatie plus 2,5%, omdat datzelfde percentage in de gereguleerde sector gebruikelijk is. De minister kiest nu echter onder druk van de oppositie voor inflatie plus slechts 1% voor zowel de vrije als de gereguleerde sector. Zo’n verlaging in beide sectoren maakt investeren in die bestaande huurwoningen heel erg moeilijk.

Minister Ollongren kondigde tevens aan vast te houden aan de beperking van de WOZ-factor in het WWS voor uitsluitend de te liberaliseren huurwoningen in zeer gespannen woningmarkten als Amsterdam, Utrecht, Den Haag en Rotterdam. Het is volgens IVBN absurd dat er twee WWS-systemen naast elkaar komen, waardoor een kwalitatief aanzienlijke beter huurwoning (die geliberaliseerd had kunnen worden) dezelfde maximale huurprijs krijgt als een (niet te liberaliseren) huurwoning.