Institutionele beleggers en woningcorporaties willen de sprong maken naar de bouw jaarlijks van 16.000 middenhuurwoningen.
Dat blijkt uit een gezamenlijke boodschap van IVBN en Aedes aan minister Mona Keijzer van Volkshuisvesting. Volgens beide belangenorganisaties is het aanbod aan nieuwe middenhuurwoningen onvoldoende omdat het investeringsklimaat is verslechterd. De komende vijftien jaar zijn minstens 150.000 nieuwe middenhuurwoningen nodig, maar de bouwproductie stagneert. Institutionele beleggers, vertegenwoordigd door de IVBN, willen jaarlijks 11.000 woningen realiseren. ‘Met het kapitaal van pensioenfondsen en andere institutionele investeerders staan wij klaar om deze grote vraag in te vullen. Wij hebben de slagkracht om grote gebiedsontwikkelingen haalbaar te maken, waarbij koop, middenhuur en sociale huur worden gecombineerd’, verklaart IVBN-voorzitter Wim Wensing.
Woningcorporaties zien middenhuur als aanvulling op hun sociale programma en willen doorgroeien naar 5.000 woningen per jaar. Aedes-voorzitter Liesbeth Spies: ‘Corporaties krijgen gelukkig weer meer ruimte om middenhuurwoningen te bouwen. Het toevoegen van middenhuurwoningen draagt bij aan een goede balans in wijken en daarmee aan de leefbaarheid. Marktpartijen en corporaties kunnen elkaar in het middenhuursegment goed aanvullen.’
Om een dergelijke productie te kunnen halen wordt van het komende kabinet wel een en andeer gevraagd. Voor beleggers gaat het om onder meer lagere overdrachtsbelasting (6%) en het aanpassen van de pensioenfondsvrijstelling in de vennootschapsbelasting. Ook overheidsgaranties op leningen of object gebonden subsidies maken business cases haalbaarder. Corporaties vragen om de mogelijkheid om met geborgde leningen middenhuur te bouwen.
