Vaak zat worden ouderen weggezet als een commercieel weinig interessante groep. Dat gold ook voor de woningmarkt, al zien steeds meer marktpartijen en deskundigen het verleiden van senioren als onmisbaar smeermiddel om de woningmarkt vlot te trekken. Terecht meent adjunct-hoofdredacteur Robert Paling.
Het al tamelijke sleetse adagium bouwen, bouwen, bouwen wordt van steeds meer nuance voorzien. Want als ‘we’ gaan bouwen, voor wie doen we dat dan eigenlijk? Het plat inzetten op grote getallen is door tal van oorzaken -kosten, regelgeving etc.- onhaalbaar en doet ook niets af aan de disbalans in de bestaande voorraad. Nederland is rijk aan eengezinswoningen die er vanaf de jaren 70 in flinke aantallen zijn bijgebouwd. Alleen worden die woningen vaak al even lang door dezelfde bewoners bewoond, ook al zijn de kinderen vaak allang uitgevlogen.
Dat de doorstroming steeds meer stokt, bleek onlangs ook uit onderzoek van De Hypotheker. De hypotheekwinkel heeft het aantal financieringsaanvragen voor een verbouwing onder haar oudere klanten fiks zien toenemen. Senioren kiezen er nu liever voor om hun woning aan te passen zodat ze er oud kunnen worden dan dat ze op zoek gaan naar een andere, levensloopbestendige woning. Daarmee komt het zogenoemde treintje op de woningmarkt, waarbij senioren een woning achterlaten voor gezinnen en gezinnen op hun beurt een woning voor gezinsvormers etc., niet aan het rollen.
De reden ligt voor de hand: seniorenwoningen liggen niet voor het oprapen. Syntrus Achmea heeft becijferd dat er tot 2040 zo’n 450.000 levensloopbestendige bestendige woningen, de helft van de totale woningbouwambitie in ons land, moeten worden bijgebouwd om te voldoen aan de voorziene vraag.
Het lijkt ook te draaien om het matchen van vraag en aanbod op kwaliteitsniveau. Ouderen zijn best bereid om na te denken over een verhuizing als ze er wat mee opschieten. Wie een royale vaak afbetaalde eengezinswoning moet inruilen voor een seniorenflat met een lift en daar ook nog meer voor moet betalen, blijft gewoon zitten en schroeft zelf wat steunen aan de muur.
Dat het ook anders kan bewijzen op nu nog beperkte schaal innovatieve knarrenhofjes waar senioren bij elkaar komen te wonen een elkaar zo ook nog eens de helpende hand toe kunnen steken. Wat je zegt een win-win-situatie. Of door nieuwe complexen en woonbuurten te realiseren waar bij levensloopbestendige woningen, reguliere woningen en klassieke zorgwoningen met elkaar gecombineerd worden. In Rotterdam ging notabene een complex met seniorenwoningen van een woningcorporatie er met de architectuurprijs in de Maasstad vandoor!
Door ouderen niet letterlijk in een hokje te stoppen maar te benaderen als een volwassenen, integraal onderdeel van de woningmarkt, valt er voor hen daadwerkelijk wat te kiezen. En dan nog even dat prijsargument: de senior die de bestaande goeddeels stof vergarende gezinswoning verkoopt en er een nieuw appartement voor terugkoopt, houdt er volgend de NVM -met uitzondering van de centra in enkele grote steden- meestal ook nog eens geld aan over.
Wie bouwt voor ouderen helpt uiteindelijk niet alleen hen, maar de hele woningmarkt.