Bijna vijf voetbalvelden groot is het zonnedak op het distributiecentrum van Goodman Alblasserdam. De logistieke belegger wil samen met eindgebruikers optrekken om de carbon footprint van de sector drastisch te reduceren.
Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 6, 10 juni 2022
Het zonnedak op het distributiecentrum van Goodman op bedrijventerrein Nieuwland Parc in Alblasserdam is met 33.000 m² het grootste in zijn soort op de logistieke centra van belegger en ontwikkelaar Goodman in Europa. Het past naadloos bij koers die Goodman voert om in 2030 de eigen CO2-uitstoot met 70% te verminderen, vertelt Lien Standaert, country manager Nederland en België bij Goodman.
Het doel is ambitieus, erkent Standaert, maar wetenschappelijk getoetst aan het zogeheten Science Based Targets-initiative, van het Wereld Natuurfonds, de Verenigde Naties en het World Resources Institute. ‘We werken langs drie wegen aan dit doel, door te meten waar onze uitstoot inzit, deze te reduceren en te compenseren waar er niet gereduceerd kan worden. Dat laatste doen we bijvoorbeeld door te vergroenen op de locatie of door bomen te planten. In Puurs hebben een beginnend ecosysteem gecreëerd door in één klap 6000 bomen te planten volgens de Miyawaki-methode (dicht tegen elkaar op een rijke ondergrond).’
De investering door Goodman is volgens de Alblasserdamse wethouder Arjan Kraijo (CDA, Ruimtelijke Ordening) enorm belangrijk voor het lokale bedrijfsleven om de sprong te maken naar een lagere CO2-footprint. ‘Reden genoeg om dit initiatief in het zonnetje te zetten’, stelt de wethouder met een kwinkslag. Het zonnedak strekt wat hem betreft tot voorbeeld voor andere bedrijven in de omgeving. ‘Meer dan de helft van de gemeente bestaat uit industrieterrein. Er zijn hier dus veel platte daken en er is de SDE-subsidieregeling voor bedrijven die zelf energie willen opwekken, al zal natuurlijk niet ieder dak geschikt zijn voor zonnepanelen.’
Nedstaal
Hij is blij met de transitie die de lokale bedrijvigheid heeft gemaakt, de komst van partijen als Goodman en de investeringen van de nieuwe eigenaar in de BCTN-containerterminal aan de Noord. ‘Voorheen werd dit gebied hoofdzakelijk getypeerd door de staalindustrie, vanzelfsprekend een grote energieslurper. De ondergang van Nedstaal in 2017 was echt een klap voor de lokale arbeidsmarkt. De komst van het mega-distributiecentrum is juist een flinke impuls voor dit gebied gebleken. Dankzij de huurders keren ook die belangrijke banen terug waar je terecht kunt met een wat lager opleidingsniveau. Klanten van Goodman kunnen vanuit het DC direct gebruikmaken van de BCTN voor de aan- en afvoer van producten. Ook met korte transportketens en vervoer over water dragen onze bedrijven bij aan een lagere CO2-uitstoot.’
Het naastgelegen voormalige Nedstaal-terrein, 36 hectare groot en sinds 2018 in bezit van SVE Groep, is volop in ontwikkeling. Inmiddels zit truck- en busfabrikant Iveco Schouten er al ruim een jaar met een nieuwe vestiging. Het wordt ook de nieuwe locatie van recyclebedrijf Peute, eigendom van de Dordtse vastgoedondernemer Ewald Dudok, dat nu nog in Dordrecht zit op de Tweede Merwedehaven. ‘Wij zijn blij dat we dit bedrijf voor de regio Drechtsteden hebben kunnen behouden’, aldus Kraijo.
Zonnepanelen
CO2-winst valt volgens Standaert in de logistieke sector onder meer te pakken door duurzaam te bouwen met duurzame materialen, maar ook door duurzaam vervoer van goederen en werknemers naar een site te faciliteren. ‘We moeten ervoor zorgen dat er laadpalen zijn voor auto’s en dat een locatie goed bereikbaar is. We kijken ook standaard naar biodiversiteit. Maar laten we wel zijn: zonnepanelen hebben de grootste invloed op het drukken van de carbon footprint in logistiek. Op deze locatie is het zonnedak alleen al goed voor 7 MW, meer dan twee grote windmolen op het land opleveren en gelijk aan het jaarlijks stroomverbruik van ongeveer 2000 huishoudens. Met het aanbrengen van zonnepanelen willen we er in ieder geval voor zorgen dat al onze sites meer energie produceren dan ze verbruiken.’
Een uitdaging voor ondernemers (en particulieren) die een zonnedak willen plaatsen is de beperkte capaciteit van het elektriciteitsnet. Als de zon te fel schijnt, kan er door een overmaat aan pv-panelen op veel plekken niet meer terug geleverd worden aan het net. Kraijo: ‘Dat is een wel een uitdaging ja, al zie ik ook in deze omgeving dat partijen als Tennet en Stedin echt extra ruimte op het net creëren. Op Nieuwland Parc speelt het probleem van die ondercapaciteit in ieder geval niet, in de woonkern zelf is het lastiger om de pieken en dalen in de energieopbrengst te verwerken.’
Congestieproblematiek
‘Op bedrijfslocaties als deze zijn de takken van de boom vaak het dikst. Dichter bij een stedelijke omgeving is het netwerk veel fijnmaziger, en dus ook sneller overbelast’, aldus Peter Jong, manager bij GroenLeven, de Nederlandse dochteronderneming van de Duitse ontwikkelaar BayWare, dat het project in Alblasserdam uitvoerde. ‘Het vraagt om creativiteit, ook van ontwikkelaars. Bij een nieuwe ontwikkeling in Maarssen, die we ook voor Goodman doen, zullen we een grote batterij plaatsen waar de elektriciteit in kan worden opgeslagen als deze onverhoopt niet terug geleverd kan worden. In algemene zin kun je zeggen dat de congestieproblematiek wel wordt opgelost door de netbeheerders, nu iedereen met de gevolgen wordt geconfronteerd, al hadden ze er wel wat eerder mee mogen beginnen.’
Standaert kijkt als Vlaamse niet ontevreden naar het tempo van de energietransitie in Nederland. ‘Ik denk dat Nederland het echt goed doet op het vlak van de zonnepanelen. Ook op het vlak van het gasloos maken van vastgoed is er een voorsprong, juist omdat er een noodzaak was om de gaswinning in Groningen te verminderen. Ja, wij hebben nog panden met een gasaansluiting. Een volledig gasloze portefeuille is iets voor de langere termijn. Nieuwe ontwikkelingen zullen gasloos zijn, bij bestaande ontwikkelingen kijken we hoe we deze kunnen verduurzamen.’
Energieprijzen
Behalve de eigen CO2-reductie op de sites, onder meer door het aanbrengen van zonnepanelen, wil Goodman de indirecte uitstoot (door de eindgebruikers van de panden) met 55% verminderen. Dat hoopt het bedrijf onder meer te bereiken door het energieverbruik van de huurders in beeld te brengen en te kijken waar er nog duurzaamheidswinst valt te boeken. Een ballotage voor huurders – waarbij je vervuilende bedrijven niet aanwerft – is daarvoor volgens Standaert niet nodig. ‘Onze klanten zijn doorgaans al heel erg met duurzaamheid bezig. Ook zij hebben net als wij te maken met klanten die duurzaamheid eisen; dat gaat verder dan een groen energielabel voor het pand waarin je zit. Daarnaast is het gelet op de stijgende energieprijzen ook in het economisch belang van de klanten om duurzaamheid serieus te nemen. Vanuit het perspectief van de belegger kun je daaraan toevoegen dat investeren in duurzame logistiek op de korte termijn geld kost, maar op de langere termijn juist geld oplevert. Het past bij ons, omdat we voor de lange termijn aan onze panden zijn verbonden.’