Delen van kennis cruciaal bij ‘Impulsaanpak winkelgebieden’

Voor de subsidieregeling ‘Impulsaanpak winkelgebieden’ is € 100 mln vrijgemaakt. Voor wie is die subsidie? Onder welke condities kan een project hiervoor in aanmerking komen? En welke projecten hebben inmiddels een bijdrage gekregen?

Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 4, 19 april 2024

Door Jorine de Soet

De subsidieregeling ‘Impulsaanpak winkelgebieden’ helpt gemeenten hun binnenstedelijke winkelgebieden toekomstbestending te maken. Deze subsidie is sinds 2022 van kracht en dit jaar is de vierde en laatste openstellingsronde.

De Impulsaanpak Winkelgebieden is ontwikkeld om grote binnenstedelijke problemen op te kunnen lossen. De afgelopen jaren treedt in toenemende mate leegstand en verpaupering op als gevolg van een veranderende markt en een veranderende samenleving. Als je hier constructief en resultaatgericht tegen wilt optreden, dan kan dat alleen met behulp van een integrale aanpak van zowel de functionele invulling en het onroerend goed als de openbare ruimte. Geen enkele belanghebbende partij kan dat alleen. Overheden en vastgoedeigenaren zijn hierbij afhankelijk van elkaars bereidheid het samen op te pakken. Eigenlijk zijn zij tot elkaar veroordeeld. De complexiteit van dit soort ingrepen en de hoge investeringen vereenvoudigen de noodzakelijke ingrepen niet.

Voorwaarden en regelgeving

Dit tweede artikel over deze maatregel (het eerste verscheen eind maart) gaat dieper in op de regelgeving rond deze subsidie. De volgende artikelen zullen gaan over concrete projecten waarvoor de subsidie verkregen is, soms in tweede instantie. Daarnaast zullen er ook artikelen verschijnen over ingrijpende transformaties in centrumgebieden waarvoor geen aanvraag gedaan is, maar die wel zo omvangrijk en indrukwekkend zijn, dat ze de moeite van het beschrijven waard zijn.

Voor wie is de subsidie bedoeld?

De subsidie kan aangevraagd worden door gemeenten die mede investeren in een transformatie of herstructurering in een binnenstedelijke winkelstraat of in een centraal winkelgebied. Een binnenstedelijke winkelstraat is een winkelstraat die niet planmatig ontwikkeld is met meer dan 50 winkels in de detailhandel. Het plangebied moet een afgebakend en aaneengesloten geografisch gebied zijn. De vier grote steden Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht komen niet in aanmerking.

Het moet gaan om een ingreep in onroerend goed én in de openbare ruimte. Samenwerking tussen gemeente en minimaal twee private investeerders is hierbij een belangrijke randvoorwaarde. Deze publiek–private samenwerking maakt een integrale benadering van het probleemgebied mogelijk. De aanvragende partij is het college van B&W van de betreffende gemeente.

De ingreep heeft ten doel om met behulp van herstructurering een afgebakend gebied weer vitaal, toekomstbestendig en sociaaleconomisch gezond te maken. Het kan hierbij gaan om renovatie, transformatie, sloop/nieuwbouw of de aanleg van openbare voorzieningen in het betreffende gebied. Het project kan betrekking hebben op zowel de plint van de betrokken gebouwen als de bovenliggende woonlagen.

Uiteenlopende beoordelingscriteria

Bij de beoordeling van een aanvraag wordt onder andere bekeken of en in hoeverre het aantal vierkante meters verkoopvloeroppervlakte afneemt, of de kwaliteit van de routing en structuur van het gebied verbetert, of de aangemelde ambitie deel uitmaakt van een integraal plan of op zichzelf staat en of er ‘traffic genererende’ functies worden toegevoegd. Kortom: een heel breed spectrum aan kwaliteiten wordt onder de loep genomen om vast te stellen welke projecten in aanmerking komen voor een bijdrage.

Projecten scoren beter als het erom gaat slecht functionerende gebieden beter te laten worden. De subsidie is niet bedoeld om gebieden die al goed functioneren nóg beter te maken. Daarnaast gaat het vooral om plekken waar de leegstandsproblematiek en (kans op) verpaupering groot is. Aan de hand van de beoordelingscriteria stelt de Adviescommissie een ranking op, waarbij het project met het hoogste aantal punten het eerst een beroep kan doen op het beschikbare subsidiebudget, daarna het project met het op-een-na hoogste aantal punten, etc., tot het beschikbare subsidiebudget helemaal gebruikt is.

Financiële voorwaarden

Bij de realisatie moet er sprake zijn van een onrendabele top. De toegekende subsidie bedraagt maximaal 25% van de realisatiekosten met een maximum van 50% van de onrendabele top en niet meer dan € 5 mln per project. Om in aanmerking te komen voor een uitkering kent de gemeentelijke begroting van het project een onrendabele top van minimaal € 1 mln. Daarin mag een deel van een private onrendabele top verwerkt zitten als de gemeente subsidie verstrekt aan een of meerdere van de private investeerders of partners. Ook wordt zorgvuldig gekeken naar de toerekenbaarheid van investeringen aan het project waarvoor een aanvraag gedaan wordt.

Binnen een jaar na de verlening van de subsidie moet de samenwerking voor de aanpak van het herstructureringsproject tussen de gemeente en de deelnemende private investeerders vastgelegd zijn, en binnen uiterlijk zeven jaar moet het project gerealiseerd zijn. Dat betekent dat de tijdsdruk op het project best hoog is. In de praktijk kan dit positief werken; onder druk wordt alles vloeibaar.

RVO blijft betrokken

De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) verzorgt de ondersteuning en het subsidieloket van de regeling voor het ministerie van Economisch Zaken en Klimaat (EZK). Deze organisatie blijft gedurende de hele realisatieperiode van maximaal zeven jaar nauw betrokken bij het project waarvoor subsidie verkregen is. Op deze manier bouwt zij telkens nieuwe kennis en ervaring op die ze elders weer kan uitdragen, onder meer met behulp van het netwerk dat voor dit traject opgebouwd is. Onder andere de Retailagenda, Kern, de VNG, De Nieuwe Winkelstraat en Platform 31 maken hier deel van uit.

Verspreiden van kennis en ervaring

Het belangrijkste doel van de impulsaanpak is dan ook niet zozeer het financieren van stenen als wel het wijd verspreiden van kennis en ervaring rond herstructurering van binnenstedelijke winkelgebieden, die naar verwachting nu en de komende jaren noodzakelijk is. Het ministerie gaat ervan uit dat er in totaal zo’n veertig projecten in aanmerking zullen komen voor een bijdrage uit de Impulsaanpak, maar dat zo’n ingreep op wel honderden plekken in ons land noodzakelijk is. Het delen van kennis en ervaring is daarom cruciaal.

Looptijd subsidieregel vier jaar

De looptijd van de ‘Impulsaanpak Winkelgebieden’ bedraagt vier jaar. Inmiddels bestaat de regeling al drie jaar. Het ministerie van EZK maakte in 2021 bekend voor deze subsidieregeling € 100 mln beschikbaar te stellen. € 88 mln daarvan is bedoeld om uit te keren als subsidie. € 12 mln is bedoeld voor het opzetten en in stand houden van het communicatienetwerk en voor begeleiding en uitvoering. De looptijd van de regeling is vier jaar en het beschikbare bedrag wordt verspreid over deze termijn. Gedurende deze periode waren en zijn er vier openstellingsperiodes waarbinnen ingeschreven kon worden. Dit jaar kan er voor de laatste keer subsidie aangevraagd worden bij de Impulsaanpak Winkelgebieden. Het subsidieplafond bedraagt dan € 22 mln. De vierde en laatste openstellingsperiode is dit jaar van 21 mei tot en met 1 juli. Begin december zullen de laatste beschikkingen worden afgegeven. Er bestaan nog geen concrete plannen om de regeling te verlengen.

Ter voorbereiding van de laatste openstellingsperiode worden en werden er verschillende webinars gehouden. In maart en april vonden ook ‘Impulskamers’ plaats. Tijdens de Impulskamer kon een gemeente het concept van de projectaanvraag met het expertteam van RVO bespreken. De experts beantwoorden vragen en denken mee met het plan.

Toegekende subsidie

Tijdens de eerste drie openstellingsronden hebben in totaal 28 gemeenten een subsidie toegekend gekregen. De toegekende bedragen variëren van een kleine € 0,68 mln voor Hardenberg tot € 5 mln voor Emmen. Gemiddeld is er per project € 2 mln toegekend. Andere gemeenten die subsidie ontvangen, zijn onder andere Roosendaal (€ 2,3 mln), Alkmaar (€ 0,85 mln), Tilburg (€ 2,1 mln), Rijswijk (€ 1,8 mln), Apeldoorn (€ 4,1 mln), Westervoort (€ 2,6 mln) en Sluis (€ 0,74 mln).

In deze artikelenreeks zullen we de komende maanden steeds een project en een plek onderzoeken waar herstructurering of transformatie heeft plaatsgevonden, onderweg is of gepland is. We brengen dan de plek, het project, de samenwerkende partners en de eventuele subsidiebijdrage in beeld, evenals de ‘lessons to be learned’. Met deze reeks dragen we mede bij aan de communicatiedoelstellingen die de RVO met de Impulsaanpak Winkelgebieden nastreeft.

E-magazine
In december 2023 is het eerste e-magazine ‘Impulsaanpak op Stoom’ uitgebracht. In dit magazine schrijft Micky Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat, in het voorwoord onder andere: ‘Herstructurering en transformatie zijn nodig om binnensteden en kernen aantrekkelijker en toekomstbestendig te maken, maar zijn kostbaar en complex. De kosten daarvan zijn niet altijd door individuele ondernemers en gemeenten te dragen. De onrendabele top kan zo hoog zijn dat het onmogelijk wordt om een businesscase sluitend te krijgen. Met de Impulsaanpak Winkelgebieden maakt EZK het mogelijk om lokaal te investeren vanuit een groter maatschappelijk én economisch belang.’
In dit magazine komen alle relevante onderwerpen bij herstructurering en transformatie in relatie tot de Impulsaanpak Winkelgebieden aan de orde. Ondernemers, investeerders en gemeenten komen aan het woord. Jacques de Win, adviseur Retailagenda en programmacoördinator Impulsaanpak Winkelgebieden, sluit het magazine af met een samenvattende beschouwing van actuele ontwikkelingen en kansen in centrumgebieden. Hij benadrukt vooral het belang van samenwerking met alle belanghebbende partijen vanaf de start van de aanpak van een gebied.

Impulsaanpak Winkelgebieden
‘Impulsaanpak Winkelgebieden’ is een subsidieregeling van het Rijk waarvoor € 100 mln is vrijgemaakt, die gemeenten helpt hun binnenstedelijke winkelgebieden toekomstbestendig te maken. Centrumgebieden moeten weer aantrekkelijk en levendig worden.
Deze omvangrijke subsidiemaatregel geeft aan hoe belangrijk wij in Nederland onze centrumgebieden vinden; een goede reden voor een nieuwe artikelenreeks, waarin Jorine de Soet eens in de twee maanden aandacht besteedt aan de aanpak van onze veranderende binnensteden. In maart verscheen het eerste deel uit deze serie.