De Nederlandsche Bank gooit goud eruit en mensen erin

De renovatie van het pand van De Nederlandsche Bank in Amsterdam staat in het teken van duurzaamheid. Hergebruik en lagere uitstoot van CO staan centraal.

Door Lucas Ligtenberg
Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 2, 26 februari 2021

Bij De Nederlandsche Bank (DNB) draait alles om financiële stabiliteit. In lijn met de missie van DNB renoveert de centrale bank haar hoofdkantoor in Amsterdam op duurzame wijze. Schattingen voor het vernieuwde complex zijn dat energiegebruik en CO2-uitstoot straks allebei met meer dan 80% gaan afnemen. DNB afficheert zich graag als proeftuin voor de circulaire economie.
De grootscheepse renovatie van het DNB-pand aan het Frederiksplein wordt uitgevoerd door Strukton Worksphere en is volop aan de gang. De bedoeling is dat het werk in 2023 achter de rug is en dat het vernieuwde complex dan in gebruik wordt genomen. Tot die tijd bivakkeren de medewerkers aan de Spaklerweg bij het Amstelstation, waar ze begin 2020 hun intrek hebben genomen. Het goud en het geld zijn tijdelijk opgeslagen in Haarlem, maar krijgen een nieuw definitief onderkomen in een nieuw te bouwen complex – het Cashcentrum – in Soesterberg, gemeente Zeist.

Nieuwe groene ruimte
De renovatie van het DNB-pand aan het Frederiksplein wordt met verhuisbewegingen, verbouwing en huur van tijdelijke huisvesting, extra kosten voor exploitatie, beveiliging en het programma Huisvesting, op € 320 mln geraamd. Het pand aan het Frederiksplein wordt dan ook ‘binnenstebuiten gekeerd’, zoals betrokkenen het uitdrukken. Het wordt toegankelijk voor publiek, publieke taken worden versterkt en het krijgt een vriendelijkere uitstraling onder het mom van ‘goud eruit, mensen erin’. De hoofdingang gaat de hoek om en komt aan het Frederiksplein. Het Bezoekerscentrum, dat voorheen aan de Sarphatistraat 1 lag, is verkocht voor € 60 mln. Bezoekers kunnen terecht in het deel van het pand dat ‘de schatkamer’ wordt genoemd. Daarnaast komt er ook een openbaar toegankelijke binnentuin en een tuin op de eerste verdieping, die beperkt toegankelijk is voor medewerkers en bezoekers van DNB.
De binnentuinen dragen bij aan de biodiversiteit in de stad. Er zijn plannen voor veel groen in de binnentuin, met insectenhotels en nest- en bijenkasten, maar ook direct rondom het gebouw. De binnentuin, de nieuwe kade aan het Singel en het Frederikspark vormen samen een nieuwe groene ruimte. ‘Met al het groen in en om het complex wordt het Frederiksplein op de hittekaart van Amsterdam een van de koelere locaties’, zegt projectmanager van de renovatie, Evert Jan Bronda van DNB.

De Satelliet verdwijnt
Het DNB-pand was sowieso hard aan renovatie toe, omdat het gebouw verouderd is. DNB heeft Architectenbureau Mecanoo met Francine Houben als leadarchitect in de arm genomen voor de veranderingen in het complex. Dat zijn er nogal wat. Het goud in de kelders is verdwenen, waardoor een slordige 10.000 m² voor andere functies vrijkomt. Het totale aantal vierkante meters gaat terug van 68.000 naar 60.000 m² en dat is vooral het resultaat van het verdwijnen van de ronde toren, de Satelliet geheten.
Dat is ook meteen de meest in het oog lopende verandering, want vanaf Frederiksplein en Mauritskade gezien was de ronde toren met het spiegelende glas altijd een blikvanger.
De Satelliet is er bij een uitbreiding in 1990 aan toegevoegd naar een ontwerp van de architect Jelle Abma. De kolos aan het Frederiksplein was velen al een doorn in het oog, maar die toevoeging maakte dat nog erger. De oorspronkelijke architect van het DNB-complex, Marius Duintjer, had er bewust voor gezorgd dat de vierkante kantoortoren niet in het zicht vanuit de Utrechtsestraat viel. De Satelliet trok zich daar niets van aan en maakte het door zijn glazen uiterlijk alleen nog maar erger.

Hergebruik
Wat pleit voor Abma is dat hij zijn Satelliet modulair heeft gebouwd, zodanig dat de toren ook weer kan worden ontmanteld. Dat getuigt van een vooruitziende blik. Was het aanvankelijk zo dat DNB meende de toren te moeten verkopen ‘tegen elk aannemelijk bod’, gaandeweg ontwikkelde zich de visie dat de toren kon worden hergebruikt. ‘Het gebouw is ontworpen en ontwikkeld uit betonnen legostukjes’, zegt Michel Baars van New Horizon, dat juist vanwege duurzaamheidsaspecten bij de ontmanteling van de toren betrokken is. New Horizon gaat er samen met ontwikkelaar ReBorn voor zorgen dat de Satelliet elders in Amsterdam op een nieuwe plek weer opgebouwd wordt. Zodra de laatste handtekening is gezet, wordt deze nieuwe plek bekend gemaakt.
New Horizon heeft circulariteit hoog in het vaandel staan en houdt zich bezig met ‘urban mining’. ‘Waarom slopen wat je nog kunt gebruiken?’ is de retorische vraag die New Horizon stelt in een visiedocument. Bij urban mining worden materialen en onderdelen van gebouwen elders hergebruikt. Een waardevolle bijdrage aan meer duurzaamheid, want de bouw is verantwoordelijk voor 37% van het afval, en de productie van beton is goed voor 9% van de CO2-uitstoot in de wereld. New Horizon heeft uitgebreide ervaring met hergebruik, onder meer in Den Haag bij een gebouw van Rijkswaterstaat en een ROC-schoolgebouw.
Met Strukton en New Horizon heeft DNB afspraken gemaakt over wat ‘geoogst’ kan worden in het bestaande gebouw. Daarvoor zijn oogstlijsten gemaakt. Buiten dit afsprakenkader zijn er elementen die achterblijven, vanuit de optiek dat wat nog enigszins goed is, hergebruikt kan worden. De renovatie op zich – in plaats van nieuwbouw – is daar het meest in het oog springende voorbeeld van, maar ook gevels, beveiligingspoortjes en dergelijke worden hergebruikt. Al met al zijn alle inspanningen erop gericht om een minimale afvalstroom te veroorzaken.

Modulair bouwen
DNB werkt ook samen met ReBorn Real Estate, dat pleit voor een manier van bouwen en ontwikkelen die neutraal is ten opzichte van de functie die een gebouw krijgt. Te vaak wordt namelijk voor een bepaalde functie gebouwd, wat vaak ook bepalend en beperkend is voor de levensduur van wat wordt gebouwd. Juist bij circulair bouwen, wat DNB, New Horizon en ReBorn voorstaan, wordt zo min mogelijk afval geproduceerd en wordt tegelijkertijd voortdurend rekening gehouden met mogelijke aanpassingen door toekomstige generaties.
In de opzet voor het DNB-complex is dan ook veel aandacht voor modulair bouwen. ‘We bouwen volledig aanpasbaar en demontabel’, zegt projectmanager Bronda. ‘De gevels van de vierkante hoogbouw worden vervangen door geprefabriceerde elementen, die weer verwijderd kunnen worden. Datzelfde geldt voor het hele interieur, zoals de binnenwanden en vloerafwerking. We vermijden zoveel mogelijk de natte, gelijmde verbindingen en gebruiken droge verbindingen die weer eenvoudig losgemaakt kunnen worden.’ Er zijn materialen gekozen die ofwel circulair zijn of eenvoudig afbreekbaar. Om dit concreet en meetbaar te maken, werken de bedrijven samen met CB’23, een platform dat circulair bouwen wil bevorderen.
Het pand aan het Frederiksplein verbruikt straks minder energie en geeft minder CO2-uitstoot. Het is inmiddels geheel van het gas af en de 1650 zonnepanelen zijn straks goed voor minstens 20% van de energie. Verdere besparing wordt bereikt doordat het gebouw compacter wordt en de Satelliet wegvalt, en door betere isolatie, warmte- en koude-opwekking door bronnen in de bodem, energiezuinige LED-verlichting en warmteterugwinning. Daarmee is het DNB-kantoor nagenoeg klaar voor het predicaat Breeam Outstanding.