DGBW Talks: ‘Bouwsector cruciaal bij verduurzamingsopgave’

De urgentie om de gebouwde omgeving te verduurzamen is groot en die taak ligt niet meer bij toekomstige generaties, maar bij de huidige die nu aan het roer staat. Dat is een van de belangrijkste conclusies aan tafel tijdens de Green Talks op de startdag van de Dutch Green Building Week.

In het Amsterdamse Circl ging een divers gezelschap tijdens een speciale talkshow het gesprek aan met tv-presentator Twan Huys en zijn rechterhand gedurende de week: DGBC-directeur Annemarie van Doorn. Het presentatieduo ging het gesprek aan met Ed Nijpels (SER), Erik Steinmaier (sector director ABN Amro), Maria Molenaar (voorzitter RvB, Woonstad Rotterdam) duurzaam ondernemer Maurits Groen en Cristina Gamboa (ceo World Green Building Council).

Voorbeeldfunctie
Het is geen toeval dat uitgerekend Gamboa als eerste aan de tand wordt gevoeld door het duo. DGBC en de World Green Building Council slaan deze week gezamenlijk de handen ineen onder de noemer #ActonClimate. Met #MadeinHolland zet DGBC Nederland weer op de kaart als gidsland voor duurzaam bouwen. Gamboa ziet Nederland als een van de betere jongetjes in de klas als het gaat om duurzaam bouwen. ‘Nederland scoort op mondiaal gebied wat mij betreft een 9,9 en heeft een voorbeeldfunctie voor veel andere landen.’ De DGBC speelt volgens haar daarin een belangrijke rol, door zowel de financiële sector als commerciële partijen aan zich te binden. ‘Paris Proof is daar een belangrijk voorbeeld van. En die goede voorbeelden zijn hard nodig, want de opgave is groot.’

Cruciale rol
Dat wordt door Van Doorn en Groen direct beaamd. Groen: ‘We hebben deze week wereldwijd vijf orkanen, bosbranden in Californië en het was op Prinsjesdag uitzonderlijk warm. De klimaatverandering neemt zorgwekkende vormen aan. De verduurzamingsopgave is er niet meer een voor onze kinderen of kleinkinderen. We hebben het over het hier en nu. De CO2-uitstoot moet drastisch omlaag, en de bouwsector speelt daarin een cruciale rol.’

Leerzame periode
Een partij waarbij dat besef al geruime tijd leeft, is Woonstad Rotterdam. Molenaar legt uit dat de woningcorporatie hier al enkele jaren druk mee in de weer is. ‘In de verduurzamingsopgave van onze panden ligt de focus op energiereductie, circulariteit en klimaatadaptatie. Alles wat wij doen is duurzaam, onze projecten, het onderhoud en de mutatie. Ook wordt er hard gewerkt om woningen aan te sluiten op het warmtenet. Alle panden moeten gasloos worden.’ Het is een leerzame periode voor Woonstad, legt Molenaar uit. ‘We verduurzamen onze panden ook in bewoonde staat. In de coronatijd is dat een extra uitdaging.’

Coronacrisis biedt ook kansen
Uiteraard konden de sprekers niet om dat thema heen, want de pandemie heeft hoe dan ook invloed. Of het niet ten koste zal gaan van het de verduurzaming van panden, is dan ook de logische vraag die Huys aan Steinmaier voorlegt. Steinmaier gelooft dat de coronacrisis ook kansen biedt. ‘Er is minder kantoorruimte nodig en die ruimtes kunnen we vervolgens multi-inzetbaar maken en tijdens dat proces verduurzamen.’ En hij ziet meer mogelijkheden. ‘De verduurzaming van vastgoed is ook een businesscase. Het gebouw wordt meer waard en de energielasten gaan omlaag.’ Ook bij het verduurzamen van woonhuizen ziet de bank mogelijkheden: ‘Bij een hypotheekaanvraag van particulieren geven wij meteen een stappenplan mee om de woning groener te maken.’

Woonconsumenten en partijen die betrokken zijn bij de verduurzaming van panden moeten soms dus ook letterlijk de meerwaarde te zien krijgen voor ze overgaan tot actie, is de conclusie aan tafel. Maar er is meer nodig voor een versnelling, benadrukt Van Doorn nog maar eens: ‘Leiderschap is essentieel.’ ‘En geld, maar dat is er genoeg’, voegt Groen daar nog aan toe.

55% energiereductie
Nijpels, die via een videoverbinding inbelt, laat echter weten dat er waarschijnlijk nog wel meer geld nodig is om in Nederland tot een succesvolle transitie te komen. ‘De opdracht voor de gebouwde omgeving is enorm. Voor een totale transformatie zal het kabinet nog wel meer geld moeten vrijmaken.’ Maar ook hij benadrukt dat dat nodig is. ‘De opwarming van de aarde is een probleem van deze generatie. We moeten echt gaan voor 55% energiereductie, en het nieuwe kabinet moet het reductiedoel van 49% dus aanpassen in de Klimaatwet.’ De transitie is tegelijkertijd volgens hem onomkeerbaar. ‘We kunnen het onszelf simpelweg niet meer veroorloven om stil te zitten. Het zal ook veel menselijke energie kosten, maar ik geloof dat we het gezamenlijk kunnen.’