Dutch Green Building Council (DGBC) en brancheorganisatie NEPROM hebben de Quick Carbon indicator, een instrument om de CO²-emissie te meten en te verlagen, voor de woningbouwsector ontwikkeld.
Sturen op de gehele levenscyclus, zoals met de MilieuPrestatie Gebouwen (MPG), geeft volgens DGBC en NEPROM onvoldoende inzicht in het verlagen van de CO2-uitstoot op korte termijn. De Quick Carbon Indicator moet daar verandering in brengen.
“Voor de lange termijn uitstoot hebben we de Whole Life Carbon-aanpak en Paris Proof, maar voor de korte termijn ontbrak eenduidigheid”, verduidelijkt Laetitia Nossek, programmamanager bij DGBC. “Met deze integrale rekenmethode maken we materiaalgebonden en operationele CO2-uitstoot tot en met 2040 inzichtelijk. De eerste stap hebben we nu gezet en hiermee geven we inzicht aan de sector. De tweede stap is reductiepaden ontwikkelen. Dus we gaan van meten en weten naar doen.”
DGBC en NEPROM zijn de initiatiefnemers van de ontwikkeling van de Quick Carbon indicator. Het rekenmodel, de invulsheet en het achterliggende rapport zijn uitgevoerd door adviseurs Copper8, NIBE en W/E adviseurs. Daarbij zijn verschillende marktpartijen geconsulteerd, waaronder ontwikkelaars AM, BPD, Dura Vermeer, Heijmans, Synchroon en Trebbe evenals Aedes, vereniging voor woningcorporaties.
Drie niveaus
De Quick Carbon indicator geeft inzicht op drie verschillende niveaus: project, organisatie en sector. Zo helpt de rekenmethode bij het maken van afwegingen in het ontwerpproces en bij het beperken van de bijdrage aan klimaatverandering. Ook ondersteunt de rekenmethode bij het kwantitatief monitoren van de CO2-uitstoot, op basis van de prestaties per functionele eenheid gebouw, en uiteindelijk bij het bepalen van sectorbrede CO2-reductiepaden, de volgende stap in de ontwikkeling.
Bestaande rekeninstrumenten
De Quick Carbon indicator is géén nieuwe rekenmethode, zo benadrukken de ontwikkelaars, maar geeft de resultaten van bestaande methoden op een andere manier weer. Hiervoor kunnen ontwikkelaars en bouwers voor het overgrote deel van de berekening gebruikmaken van bestaande rekeninstrumenten.
De indicator bestaat uit het rekenprotocol, een achtergrondrapport dat de onderliggende keuzes toelicht en een rekentool waarbij uitkomsten uit de bestaande methodieken (MPG en BENG) kunnen worden ingevuld om te komen tot een Quick Carbon indicator-berekening. De nadruk ligt, voor de eerste versie van de indicator, op nieuwbouwwoningen. De indicator zou met enkele kleine aanpassingen ook toepasbaar zijn in de utiliteitsbouw.
