Huishoudens met een middeninkomen die niet in aanmerking komen voor een sociale huurwoning en evenmin op de markt een huis kunnen kopen, de zogeheten 'beknelde huishoudens', zijn met meest gebaat bij de bouw van zoveel mogelijk nieuwe woningen, concluderen onderzoekers van het Centraal Planbureau.
Maximale nieuwbouw vergroot ook het aantal woningen dat beschikbaar is voor starters. Over de vraag welk bouwprogramma vervolgens het beste is voor die 'beknelde huishoudens', laat het CPB zich niet uit.
"Volgens onze resultaten is het aantal gebouwde woningen belangrijker voor de positie van 'beknelde huishoudens', dan het precieze soort woningen. Om deze groep het meeste te helpen is een goede vuistregel: kies voor het bouwprogramma dat het totaal aantal woningen maximeert", aldus het CPB.
Uiteindelijk is het bouwprogramma, zo menen de onderzoekers, een politieke keuze, waarbij een afweging gemaakt moet worden tussen de belangen van verschillende groepen op de woningmarkt, tussen de beschikbare ruimte voor woningbouw versus natuur, landbouw en bedrijvigheid en tussen het gebruik van publiek geld voor woningbouw of andere doeleinden.
Wel is het volgens het CPB zaak scherpe keuzes in grondgebruik te maken. Beleidsmakers die 'beknelde huishoudens' willen helpen, kunnen op plekken waar bouwgrond schaars is voor kleinere woningen kiezen en grotere woningen realiseren op locaties waar meer bouwgrond beschikbaar is. De bouw van grotere woningen kan helpen de doorstroming te bevorderen, maar het gevaar bestaat dan wel dat deze woningen de plek innnemen van meerdere kleine woningen. Daarom is het verstandig grotere woningen te bouwen op plekken waar minder vraag is naar kleine woningen.