De CO2-uitstoot in de woningportefeuilles van Achmea Real Estate (ARE) blijft in hoog tempo dalen. Vergeleken met 1990 lag de uitstoot vorig jaar 64% lager. Het gaat ruim sneller dan de doelstelling van de overheid, die voorziet in een vermindering van 55% in 2030, aldus ARE.
ARE beheert 27.000 huurwoningen voor zijn institutionele klanten. ‘We voeren al jaren een actief beleid en dat werpt zijn vruchten af’, zegt Jolien de Jongh, ESG Manager bij ARE. ‘Daarnaast worden we geholpen door het feit dat in Nederland steeds meer groene energie wordt opgewerkt, waardoor de totale energiemix groener wordt en we allemaal minder CO2 uitstoten. De relatief hoge gasprijzen in 2023 remden daarnaast het energieverbruik.’
De afgelopen jaren heeft ARE al ruim 2.500 bestaande woningen verduurzaamd namens zijn institutionele klanten. Deze wat oudere woningen worden beter geïsoleerd en waar mogelijk voorzien van zonnepanelen en een warmtepomp. Daarnaast dragen ook de acquisities van nieuwe energiezuinige woningen voor klanten en de verkoop van oudere woningen in minder kansrijke regio’s bij aan de lagere CO2-uitstoot in de portefeuilles.
Met de reductie van 64% scoort ARE ook goed ten opzichte van de ‘pathways’ in de Carbon Risk Real Estate Monitor (CRREM). De Jongh: ‘Deze pathways geven aan hoe hoog de uitstoot maximaal mag zijn om aan de doelstellingen van het klimaatakkoord van Parijs te voldoen. In Parijs is afgesproken om de opwarming van de aarde te beperken tot maximaal anderhalve graad. De totale CO2-uitstoot in onze woningportefeuilles ligt momenteel onder het door CRREM aangegeven pad.’
Doelstelling van ARE blijft een CO2-neutrale vastgoedportefeuille in 2050. De Jongh: ‘Die ambitie staat. Bij voorkeur behalen we het resultaat ver voor 2050. Belangrijk daarbij is dat gemeenten en provincies blijven versnellen met de realisatie van groene warmtenetten. Daarmee ontlasten we niet alleen het elektriciteitsnet, we voorkomen ook dat er installaties worden geproduceerd die over een paar jaar niet meer nodig zijn, omdat er dan alsnog warmtenetten zijn.’