Minister Mona Keijzer (VRO) wees in juli vier nieuw plekken aan om grootschalige woningbouw te realiseren. Of dat, rekening houdend met potentiële grondspeculatie wel "uit kan", kan Keijzer niet beloven zo blijkt uit antwoorden op Kamervragen.
In haar nadagen als Kamerlid stelde Merlien Welzijn van de voormalige NSC-fractie vragen aan de minister over de vier nieuwe locaties die in juli binnen de Ontwerpnota Ruimte werden aangewezen voor grootschalige nieuwbouw. In Alkmaar, Apeldoorn, Helmond en Hengelo/Enschede moeten per locatie tot 2035 minstens 3.500 woningen extra worden gerealiseerd. De nieuwe locaties kwamen bovenop de 17 locacties door heel Nederland die al eerder voor grootschalige woningbouw werden aangewezen.
Welzijn vroeg zich af wat het aanwijzen van de nieuwe locaties doet met de waarde van de grond, immers een essentieeel onderdeel van de rekensom voor een woningbouwproject. In haar antwoord op de Kamervragen geeft de minister aan geen zicht te hebben op de eigendomsverhoudingen in de betrokken gebieden. 'De selectie van deze nationaal grootschalige woningbouwlocaties is gebaseerd op de huidige woondeals waarbij gekeken is naar de omvang van het aantal woningen dat t/m 2034 gerealiseerd kan worden op één geografisch samenhangende locatie, de complexiteit van de opgave en de ruimtelijke effecten van een locatie. De eigendomssituatie van de percelen is in deze analyse niet meegenomen.'
De aanwijzing in de Ontwerp-Nota Ruimte is volgens Keijzer abstract en vaak niet direct toe te leiden naar percelen. Tegelijkertijd constateert de minister dat de aankondiging in de Ontwerp-Nota Ruimte is voor de betrokken mede overheden en marktpartijen 'geen verrassing' is. 'Het betreft gebieden waar gemeenten al zelf actief bezig waren met visievorming etc. en die ze zelf bij het ministerie hebben aangedragen om aan te wijzen. Sommige gemeenten hebben intern hier een afweging gemaakt en het onderwerp van risico van prijsopdrijving meegewogen.'
Er zijn volgens Keijzer ook geen afspraken gemaakt met gemeenten over een planbatenheffing nu de bestemming in veel gevallen zal wijzigen naar wonen. 'Er is geen wettelijke regeling op basis waarvan gemeenten aan grondeigenaren een planbatenheffing kunnen opleggen. Gemeenten kunnen de kosten voor publieke investeringen verhalen op de grondeigenaar (initiatiefnemer) voor maximaal de waardestijging als gevolg van een wijziging in de toegestane functie in het Omgevingsplan.'
Met haar antwoorden laat de minister het vertrokken Kamerlid Welzijn verbijsterd achter. 'De minister heeft in de Nota Ruimte 4 grootschalige woningbouwlocaties aangewezen zonder de eigendomsverhouding te kennen en zonder het risico op speculatie met de grondprijs te mitigeren. Elke aankondiging van toekomstige woningbouwlocaties leidt vrijwel altijd tot stijgende grondprijzen, soms met sprongen van 50% tot 200% binnen enkele jaren in vergelijkbare casussen (bijv. VINEX-locaties, Rijnenburg, Haarlemmermeer). Ik hoop dat de nieuwe Tweede Kamer hier goed oplet evenals de formerende partijen, met in de voorhoede CDA en D66.'
