CBRE: Steeds meer interesse voor transformatie van winkelvastgoed

Ondanks de huidige onzekerheid staan beleggers en ontwikkelaars klaar om te investeren in winkelvastgoed, om vervolgens het gedeelte dat structureel leegstaat te renoveren naar woningen of ander gebruik.

Van alle grote en actieve winkelvastgoedbeleggers in Nederland geeft 30% aan interesse te hebben in winkelpanden die geschikt zijn voor herontwikkeling. Deze interesse is flink toegenomen door corona. Dit concludeert vastgoedadviseur CBRE aan de hand van lopende en gerealiseerde verkopen.

Ervaring vanuit kantorenmarkt
Vooral beleggers die ervaring hebben met de transformatie van leegstaande kantoren, zijn nu geïnteresseerd in winkelvastgoed. Zij zien toenemende kansen in transformatie naar bijvoorbeeld woningen, zorgvastgoed of maatschappelijke functies zoals onderwijs. Dit komt doordat de waarde van bepaald in onbruik geraakt winkelvastgoed ten opzichte van woningen of ander gebruik ver genoeg gedaald is om de investeringskosten te rechtvaardigen.

Steeds meer transformatie
Met name winkelpanden in aanloopstraten naar het centrale winkelgebied, winkelruimten op verdiepingen boven de begane grond, grote wijkwinkelcentra en grote winkelpanden in de binnensteden of winkelruimten aan de randen van de centrale winkelgebieden kunnen op interesse van beleggers en ontwikkelaars rekenen. Deze partijen kopen dit vastgoed met herontwikkeling als doel. Naar schatting gaat het om 24% van het totaal belegd vermogen van winkelvastgoed gedurende de eerste zes maanden van 2020. Dit is een verdubbeling ten opzichte van 12% in geheel 2019.

V&D als voorbeeld
‘Wij zien dat er nu steeds meer oude V&D’s verkocht worden als herontwikkelingsplan. Dit betekent dat de oude eigenaar het gebouw klaarmaakt voor transformatie en als zodanig verkoopt aan een nieuwe eigenaar die de kennis en ervaring heeft om deze renovatie uit te voeren. Voorbeelden zijn onder andere de V&D-gebouwen in Rijswijk, Nijmegen, Arnhem, Dordrecht en Rotterdam’, aldus Lodewijk Buijs, senior director winkelvastgoed bij CBRE.

Onderscheid
Lang niet al het winkelvastgoed krijgt een andere bestemming. Lodewijk: ‘Vooral winkelvastgoed in centrale stukken van de hoofdwinkelcentra van binnensteden, boodschappenwinkelcentra en buitenstedelijke meubelboulevards blijven aantrekkelijk. Leegkomende winkels in de binnensteden worden nog steeds opnieuw verhuurd aan opkomende online retailers die een winkel willen, zelfstandige winkeliers die hun kans zien of een vestiging van winkelketens die nog wel uitbreiden. Zo heeft het Deense design- en meubelmerk Bolia onlangs nieuwe winkelruimte gehuurd in Haarlem, dit wordt de vijfde locatie van het merk in Nederland. Deze transactie is volledig na de uitbraak van het coronavirus tot stand gekomen.’

Oproep gemeenten: werk mee
‘Winkelvastgoed dat in ongebruik geraakt is, biedt vaak mooie kansen voor herontwikkeling en verlevendiging van het gebied. Toch verloopt de transformatie van in onbruik geraakt winkelvastgoed nog moeizaam, doordat bijvoorbeeld de wijziging van het bestemmingsplan niet soepel verloopt. Vaak is er vanuit consumenten al vraag naar een ander type vastgoed, en zijn ook beleggers en ontwikkelaars klaar voor deze stap. Gemeenten realiseren zich nog lang niet altijd welke kansen er liggen om de binnensteden te blijven ontwikkelen. Zij kunnen een sleutelrol in dit proces spelen door oplossingen te faciliteren om het verschil in vraag en aanbod te vereffenen. Dit is hèt moment om bestemmingsplannen en regelgeving proactief aan te passen’, concludeert Lodewijk.