Nederland telde op 1 januari 2024 ruim 83.000 fysieke winkels. Dat zijn er 1.100 meer dan vorig jaar. De dalende trend van het afgelopen decennium wordt hiermee doorbroken, zo blijkt uit voorlopige cijfers van het CBS.
Het aantal doe-het-zelfwinkels steeg het meest, het aantal tuincentra, bloemen- en dierenwinkels daalde het sterkst. Na een dalende trend sinds 2010, was er afgelopen jaar dus weer een lichte stijging. Ondanks deze stijging was het aantal winkels aan het begin van dit jaar (83.200) nog niet terug op het niveau van voor de coronapandemie. In januari 2020 waren dat er ruim 84.100. Net als in voorgaande jaren is ook het aantal webwinkels in 2023 weer gestegen. Er waren op 1 januari 2024 ruim 95.000 webwinkels in Nederland.
Boekhandels in de lift
In de winkelstraten komen kledingwinkels het meest voor, goed voor ruim 16% van alle winkels op 1 januari 2024. Dit aandeel is gelijk gebleven ten opzichte van een jaar eerder. Er zijn nu ruim 13.000 kledingwinkels in Nederland. Het aantal supermarkten van 6.700 is door een toename van 2,4% boven het aantal winkels in overige huishoudartikelen uitgestegen (6.400).
Waar in 2021 het aantal boekenwinkels nog het hardst daalde (-8,1%) zijn boekhandels, na een lichte stijging in 2022, in 2023 relatief het sterkst gestegen (12,9%). Dit resulteerde in bijna 660 boekwinkels op 1 januari 2024. Absoluut gezien steeg het aantal winkels in doe-het-zelf artikelen het meest; 310 winkels meer dan een jaar eerder. Winkels in wit- en bruingoed (-3,3 %) en audio- en video-opnamen (-2%) verdwenen relatief het meest in 2023, maar de daling was een stuk kleiner dan de in het jaar daarvoor, toen beide categorieën winkels met zo’n 7,5% afnamen. Absoluut gezien daalde het aantal bloemenwinkels, dierenwinkels en tuincentra het sterkst.
Stijging door het hele land
In twee derde van de gemeenten nam het aantal winkels toe. In de gemeente Oostzaan steeg het aantal winkels relatief het sterkst, met 20% ten opzichte van 1 januari 2023. Een van de sterkste dalers was buurgemeente Wormerland (-10,3%). Op de Waddeneilanden nam het totaal aantal winkels toe met 5,1%. Alleen Vlieland steeg niet mee met haar eilandburen, daar nam het aantal fysieke winkels juist af met 11,1%.
In zestien van de twintig gemeenten met de meeste inwoners groeide het aantal winkels. De grootste stijger is de gemeente Haarlemmermeer, waar het aantal winkels met 7,5% toenam ten opzichte van een jaar eerder. In de gemeenten Apeldoorn, Eindhoven, Haarlem en Arnhem daalde het aanbod, maar was deze afname relatief klein (tussen de 0 en -1%).
In alle provincies nam het aantal inwoners per 1 januari 2024 toe ten opzichte van een jaar eerder. Het aantal fysieke winkels steeg niet overal even hard mee. In Zeeland, waar de toename van het inwonertal het kleinst was, steeg het aantal winkels per hoofd het hardst (2,5%). In Utrecht, Friesland en Noord-Brabant daalde het aantal te bezoeken winkels per inwoner tussen de -0,2 en -0,9%.