Vastgoedbeleggers zijn nog amper bekomen van de brede steun van de Tweede Kamer voor de Wet betaalbare huur, maar een nieuw miljardenprobleem met kantonrechters dient zich alweer aan.
Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 5, 17 mei 2024
De wet betaalbare huur wekt een positieve suggestie. Wie is er tegen om huren betaalbaar te maken? Onbetaalbare huren tasten het woonrecht aan voor huurders en het rendement/risico van huurders. Ondanks de mooie naam dekt de wet de lading echter niet. De wet verdeelt schaarste. Schaarste, die de overheid mede heeft veroorzaakt met te weinig bouwlocaties.
Door deze wet ponden beleggers massaal huurwoningen uit en zetten ontwikkelaars en corporaties hun plannen in de ijskast.
Hoe kan het dat de meerderheid van de Tweede Kamer in zo’n marketingtool tuint? Dat kan door een schijnbare tegenstelling te creëren tussen het grote electoraat van ‘arme’ huurders versus de ‘elite’ van beleggers. Schijnbare, want huurders en institutionele beleggers hebben parallelle belangen, zoals een goede bezettingsgraad.
Nu zijn corporaties, ontwikkelaars en beleggers niet voor één gat te vangen. Zij wringen zich in allerlei bochten om toch mooie projecten voor de middenhuur te realiseren en verdienen daarvoor volgende maand eigenlijk allemaal een prijs op de Provada.
Maar het kost wel steeds meer moeite, nu ook kantonrechters politiek gaan bedrijven. Uit een studie van de IVBN blijkt dat beleggers achteraf € 6,4 mrd aan geïnde huur moeten terugbetalen. Wanneer de rechters in hoger beroep gelijk krijgen, kan de strop voor verhuurders oplopen tot € 87,5 mrd in de periode tot 2040. Los van de argumentatie van de rechters en de kans dat huurders gelijk krijgen, begrijpt iedereen op de markt: deze onzekerheid gaat ten koste van de volkshuisvesting en vergroot het woningtekort. Alleen de onzekerheid over claims is al reden voor beleggers om op hun handen te gaan zitten.
Deze dramatische wending op de woningmarkt komt boven op het probleem dat ik eigenlijk in dit voorwoord had willen aansnijden: de terugtrekkende beweging van de grootbanken, met als voorbeeld Blokker. De winkelketen meldde alleen financiering te kunnen krijgen van Angelsaksische partijen. Nederlandse banken zouden onvoldoende geëquipeerd zijn. Nu is Blokker niet het meest ingewikkelde bedrijf van Nederland. Als een bank even moet slikken om een High Tech Campus te financieren kan iedereen zich daar iets bij voorstellen (het lukte ABN Amro een paar jaar geleden overigens wel), maar een gewone winkelketen?
Door Wabe van Enk, hoofdredacteur van PropertyNL