In 2002 kraakt de reputatie van het vastgoed. Moet PropertyNL in de handel gaan duiken – een strijd die bij voorbaat verloren lijkt door zwakke bronnen en gekunstelde constructies? door Wabe van Enk PropertyNL Magazine Nr. 3 - 4 maart 2011
In 2002 kraakt de reputatie van het vastgoed. Moet PropertyNL
in de handel gaan duiken – een strijd die bij
voorbaat verloren lijkt door zwakke bronnen en gekunstelde
constructies?
door Wabe van Enk
PropertyNL Magazine Nr. 3 - 4 maart 2011
Dit is de tweede
aflevering van de
jubileumrubriek
Voorheen waarin
wordt teruggekeken
op 10 jaar PropertyNL
Magazine.
Deze keer het jaar
2002
De reden om dat toch te doen is dat
allerlei media de creativiteit bezingen van ontwikkelaar Erik
de Vlieger van Imca Vastgoed, met als knaller Elseviers Millenniumtoren,
de grootste transactie van 2001.
In juli licht PropertyNL de doopceel van De Vlieger met een
interview en vooraf een bezoek aan de Kamer van Koophandel
en het Kadaster. Wat blijkt: de mediatranen van blijdschap
die opwelden bij de familie De Vlieger wegens de
verwerving van het World Fashion Center in Amsterdam,
bleken in werkelijkheid kurkdroog.
De Vlieger bleek namelijk de torens te hebben verkocht aan
Convoy van niemand minder dan de later vermoorde Willem
Endstra. Voor het eerst wordt de relatie Endstra en De
Vlieger uitgezocht en het blijkt dat De Vlieger behalve het
World Fashion Center nog meer transacties met Endstra
heeft gedaan. De Vlieger houdt het in het interview op hooguit
vijf en zegt dat Convoy ‘een kleine partner’ van hem is.
Daarna zegt hij: ‘De heer Endstra is een aardige vent maar
het was beter om geen zaken meer te doen. Ik heb dat uitgelegd
en hij begreep dit’, zegt hij in het interview.
Na de dood van Endstra verschijnt in 2006 het boek ‘Stille
Willem’ van Harry Lensink met een heel andere kijk op de
zaak. Daarin vertelt De Vlieger dat het begrip van Endstra
wat minder was. ‘Wim heeft me kwalijk genomen dat ik dat
interview in PropertyNL heb gegeven. Dat moet ook heel
triest voor hem zijn geweest. Hij zwoer op z’n kinderen dat
er niets aan de hand was. Dat het allemaal gelul was.’ De
Vlieger herhaalt in het boek dat hij zich nooit bewust is geweest
van Endstra’s banden met de onderwereld. Achteraf
bleek het interview in PropertyNL slechts een klein tipje van
de sluier op te lichten, want niet alleen het World Fashion
Center was vanaf het begin af aan in handen van Endstra,
maar ook Elseviers Millenniumtoren. Bovendien was Endstra
op zijn beurt weer gelieerd met de wel veroordeelde
Heineken-ontvoerder Holleeder.
Zo bleek in 2002 de vastgoedhandel in de greep van de harde
misdaad. Bovendien voerde dezelfde handel steeds meer
de boventoon in Quote en Stan Huygens Journaal, alsof dat
synoniem is met het vak vastgoedontwikkeling. Achteraf
bleek er namelijk voor het eerst een lucratieve connectie
te ontstaan tussen ‘bovenwereld’ van Bouwfonds Property
Finance, de ondernemende De Vlieger en de onderwereld
van Endstra en Holleeder. Hoe dat precies zat, kon men in
2002 niet te weten komen. De grote Imca-projecten, het
Conservatorium in Amsterdam (nu vijfsterrenhotel) en Babylon
in Den Haag zijn door anderen afgemaakt.
Parachute
Behalve in de handel, rommelde het ook op de Amsterdamse
effectenbeurs. Daar wordt Uni-Invest van de beurs gehaald
door de combinatie van Lehman Brothers en Jan Dirk
Paarlberg. De eerste is failliet en de tweede is veroordeeld.
Verkoper is Richard Homburg die een mooie landing
maakt met zijn zogenoemde golden parachute. Hij kreeg in
totaal € 120 mln mee en behield ondertussen ook nog een
eigen beursfonds, Uni-Invest Canada. Uit de rechtszaken
tegen Paarlberg is gebleken hoe het zat. Paarlberg was een
door Homburg zelf gefinancierde tussenpersoon, terwijl
Lehman het geld ophoestte. Echt nieuw kan dat niet zijn geweest
voor de lezers, want de conclusie over Uni-Invest was
in PropertyNL in 2002 ‘het was handel en het is handel gebleven’.
Bovendien was er een ‘naar verluidt’ dat Homburg
zelf de financier was van Paarlberg. Dat bleek dus juist.
Maar niet alleen handel en kleinere fondsen deden de
vastgoedwereld sidderen op hun grondvesten. De Ondernemingskamer
van het Gerechtshof in Amsterdam kwam
met een vernietigend rapport over de manier waarop Rodamco
North America met aandeelhoudersbelangen bij de
verkoop aan Westfield in 2001 was omgegaan. Topman Gerald
Egan bleek te hebben gegrossierd in leugens om zichzelf
een riante vertrekpremie te verschaffen ten koste van
met name grootaandeelhouder ABP.
Bij feesten en partijen is de standaardvraag: ‘heb je lekker
gewerkt?’ gewijzigd in ‘lekker geshred vandaag?’ Het shredden
van dossiers door de papiervernietiger werd een favoriet
tijdverdrijf ten einde bewijsmateriaal te vernietigen. De
Endstra’s van toen hadden daar minder last van omdat er
weinig aan het papier werd toevertrouwd, maar vooral werd
gewauweld op tapes. Accountants van Arthur Andersen in
de Verenigde Staten hadden daar met Enron een dagtaak
aan. Als op 14 maart 2002 het Amerikaanse Justice Department
Anderson aanklaagt, weet iedereen dat het voorbij
is. De Big Five is Big Four geworden (Deloitte, Ernst &
Young, KPMG, PwC). In Nederland is Andersen dan nog
een belangrijke speler op het gebied van vastgoed onder
leiding van Paul Meulenberg. Deloitte ontfermt zich over
het team van Meulenberg, waardoor in één klap een nummer
één positie in het vastgoedadvies wordt verkregen. Een
positie die Meulenberg daarna onder Deloittevlag niet meer
wenste prijs te geven. In 2002 op het moment dat ‘het vak’
wel wat extra’s kon gebruiken, stopte de voorvechter voor
professionalisering, prof. Pé Kohnstamm. Na dertig jaar
reputatiemanagement voor het vastgoed, de eerste bijzonder
hoogleraar vastgoedkunde, oprichter van de ASRE en
bestuurder Neprom ging hij het wat rustiger aandoen. Hij
had voor de lezers één opsteker. De beste vastgoeddissertatie
die hij ooit had gelezen was de laatste die hij in zijn
functie meemaakte. In 2002 promoveerde namelijk Tom
Berkhout op het onderwerp afschrijvingen en vastgoed –
een zeldzaam omvangrijke dissertatie die meer dan enige
andere voordien of nadien stof deed opwaaien.