De economen van ABN Amro verwachten dat stikstof de prijs van bestaand vastgoed zal opdrijven. Ook zien ze dat campusontwikkeling belangrijk is voor de werkgelegenheid
De vastgoedsector groeide hard de afgelopen jaren, net als de Nederlandse economie, blijkt uit de Stand van Vastgoed van ABN Amro. De vastgoedsector is zeer conjunctuurgevoelig en beweegt mee met de groei van de Nederlandse economie. Wanneer het economisch goed gaat en de werkgelegenheid is hoog, er veel wordt geconsumeerd en bedrijven veel investeren, zal de vraag naar kantoren, winkels, huurwoningen en bedrijfsruimten hoger zijn dan wanneer het economisch slechter gaat. De Nederlandse economie groeide in het eerste halfjaar van 2019 wat minder hard en dat is ook te zien in de waarde van het vastgoed. De waarde steeg met 8,5 procent in vergelijking met een jaar eerder. Dat is een stuk minder dan de groei in 2018 van 9,7%.
Aantal transacties zwakt af
In de eerste drie kwartalen van 2019 waren er 6.901 vastgoedtransacties, in dezelfde periode in 2018 waren dit er nog 8.916. Een daling van 22,6 procent. Het oppervlak van de transacties daalde in de eerste drie kwartalen van 2019 met 34,3 procent j-o-j. Dit betekent dat de meeste transacties die plaatsvinden kleine gebouwen betreft.
Ook wisselen vooral nieuwere gebouwen van eigenaar, wat past bij de vraag naar nieuwe, duurzame gebouwen.
Gevolgen stikstofuitspraak
De vastgoedsector zal last krijgen van de gevolgen van de stikstofuitspraak. Projectontwikkelaars zullen te maken krijgen met uitstel en afstel van projecten, waardoor hun omzet onder druk komt te staan. Voor beleggers kan de stikstofuitspraak positief uitvallen. Doordat er minder nieuwe gebouwen bijkomen, kan de waarde van de huidige gebouwen stijgen. Daarom zijn de prognoses voor de waardeontwikkeling van vastgoed nog niet bijgesteld.
Campussen
Vooral in de periode tussen 2010 en 2014 startten veel gemeentes initiatieven voor campusontwikkeling. Bedrijven blijken zich in middelgrote universiteitssteden relatief vaak op een campus te vestigen. Gemiddeld is bijna een op de drie bedrijven op een campus een spin-off, een bedrijf dat zich op de campus heeft kunnen ontwikkelen. Bij een aantal middelgrote universiteitssteden is hun aandeel in de totale werkgelegenheid groot. In de gemeente Wageningen werkt zelfs 1 op de 17 werknemers bij een spin-off op de campus.
Gerelateerde artikelen:
