100.000 woningen meer nodig dan eerdere raming

De woningbehoefte blijkt veel groter dan voorheen verwacht. In de komende tien jaar zijn 100.000 meer woningen nodig dan twee jaar eerder werd berekend.

Ook is deze behoefte meer verspreid over het land. In verschillende regio’s is hierdoor minder of pas na 2030 sprake van krimp. Daarnaast neemt het aantal huishoudens in Amsterdam minder hard toe dan eerder verwacht. In Den Haag en Leiden is juist sprake van een fors grotere huishoudensgroei. Dit blijkt uit een vergelijkend onderzoek van Bureau Stedelijke Planning van verschillende huishoudensprognoses van Primos en het CBS.

Recent is Primos 2019 uitgebracht. Dit is een regionale doorrekening van de landelijke CBS-prognose van eind vorig jaar. Het CBS maakt ook zelf een regionale doorrekening van hun prognose (de PEARL-prognose). Deze stamt echter uit 2016 en is inmiddels verouderd. Dit maakt dat de Primos-prognose voor veel gemeenten en provincies op dit moment de belangrijkste leidraad is voor het bepalen van de woningbehoefte. Bureau Stedelijke Planning heeft de nieuwe Primos-prognose geanalyseerd en de opvallendste uitkomsten en grootse verschillen met Primos 2018 op een rij gezet.

Landelijke groei opnieuw naar boven bijgesteld
Nederland groeit volgens de laatste Primos-prognose tussen 2019 en 2030 met zo’n 585.000 huishoudens. De groei vlakt na 2030 enigszins af. Toch worden ook tussen 2030 en 2050 nog eens circa 297.000 huishoudens verwacht. Daarmee verwacht Primos 2019 tot 2030 circa 55.000 huishoudens meer dan Primos 2018. Dit is de sterkste bijstelling in jaren. Opvallend is dat ook vorig jaar de Primos prognose al met circa 40.000 huishoudens naar boven werd bijgesteld ten opzichte van Primos 2017.

Spreiding van woningvraag
In het grootste deel van Nederland neemt volgens Primos 2019 het aantal huishoudens tot 2030 nog aanzienlijk toe. In de Primos-prognoses is de verwachte huishoudensgroei de laatste jaren relatief sterk geconcentreerd in de Randstad. De laatste prognose voorziet echter meer dan zijn voorgangers een verspreide groei over Nederland. Dit komt vooral ten gunste van de regio’s verder van de grote steden af, zoals de regio’s Arnhem-Nijmegen, de westelijke Veluwe en Zwolle.

Minder krimp
Krimp wordt voorlopig alleen nog maar in Noord-Groningen en Zuid-Limburg voorspeld: in de Achterhoek en Zeeland neemt het aantal huishoudens tot 2030 niet af. Eerder voorspelde de Primos-prognose hier nog wel krimp op korte termijn. Dit betekent dat de verwachte groei van het aantal huishoudens niet alleen groter is, maar zich ook meer verspreid over het land. Dit is goed nieuws voor een aantal regio’s buiten de Randstad.

Den Haag groeit harder
Waar in Primos 2018 het zwaartepunt van de huishoudensgroei vooral op Amsterdam en Utrecht lag, is in Primos 2019 de prognose voor Den Haag sterk omhoog bijgesteld. Dit komt onder meer door de nieuwe Haagse plannen in het CID. In Amsterdam worden tot 2050 119.400 extra huishoudens verwacht, in Den Haag 80.900, in Utrecht 77.700 en in Rotterdam 49.700. Opvallend is dat Amsterdam de grootste daler is ten opzicht van Primos 2018: tot 2030 komen er bijna 11.000 huishoudens minder bij en tot 2050 is het aantal huishoudens zelfs 30.000 lager. Primos 2019 tempert dus de verwachtingen over de Amsterdamse bouwambities.

Buiten de grote steden zien we een sterke huishoudensgroei in de stedelijke regio’s rond Amsterdam en Utrecht. In de Zuidvleugel is de verwachte huishoudensgroei opvallend groot in het zuidelijk deel van het Groene Hart tussen Den Haag, Gouda en Rotterdam: in onder meer de gemeenten Zuidplas en Waddinxveen bestaan ambitieuze bouwplannen.