Het kabinet wil de inzet van WOZ-bureaus beperken, omdat ze gemeenten handenvol tijd en geld kosten. Consumentencollectief Vastelastenbond vindt dat burgers daarmee rechtsbescherming wordt ontnomen.
Professionele bureaus die burgers ondersteunen bij het bezwaar maken tegen de WOZ-waarde, zijn de overheid al jaren een doorn in het oog. Deze rechtsbijstandverleners werken veelal op basis van no cure no pay en zijn daarmee volgens gemeenten en de Belastingdienst afhankelijk van de uitgekeerde proceskostenvergoedingen en de vergoedingen bij het overschrijden van de behandeltermijn. Zo zou een verdienmodel ontstaan, dat is gebaseerd op het aantal ingediende zaken.
Staatssecretaris Marnix van Rij (Fiscaliteit) spreekt in een recente brief aan de Kamer van een ‘perverse prikkel’. Hij stelt een plan van aanpak voor om de inzet van WOZ-bureaus te beteugelen, zoals het standaard uitbetalen van vergoedingen aan burgers, geen toekenning van een proceskostenvergoeding bij een lichte aanpassing van de WOZ-waarde en het niet langer uitkeren van een vergoeding bij het overschrijden van de behandeltermijn.
De maatregelen die Van Rij in zijn Kamerbrief voorlegt, zijn met name in het belang van gemeenten en vaak niet in het voordeel van de burger, geeft Dirk-Jan Wolfert, directeur van de Vastelastenbond in een geschreven reactie aan. ‘Door WOZ-bureaus aan banden te leggen, wordt consumenten rechtsbescherming ontnomen. Van Rij wakkert het wantrouwen in de overheid juist aan door een onafhankelijk tussenpersoon uit de bezwaarprocedure te halen.’
Wolfert vindt dat de burger niet wordt gehoord en dat er een blinde vlek ontstaat door het beleid te baseren op de input van gemeenten. ‘Van Rij zou onafhankelijk onderzoek moeten laten doen naar de beweegredenen van bezwaarmakers. Deze informatie is namelijk essentieel bij het maken van nieuw beleid.’