Belastingadviseurs: neem kosten bij box 3-berekening mee

Register Belastingadviseurs waarschuwt voor nieuwe juridische procedures als het kabinet de gemaakte kosten van vastgoedbeleggers niet meeweegt bij de berekening van het werkelijk rendement in box 3.

De beroepsvereniging pleit voor een ‘eerlijke en robuuste’ tegenbewijsregeling binnen het stelsel, zodat beleggers alsnog hun kosten kunnen verrekenen. In de berekeningsmethode voor het werkelijke rendement op vastgoed, zoals vastgesteld door de Hoge Raad, zijn kosten buiten beschouwing gelaten.

‘Het kabinet gaat dit jaar op basis van deze arresten een tegenbewijsregeling box 3 presenteren’, stelt Register Belastingadviseurs (RB) in een visiestuk dat deze week verscheen. ‘Het RB ziet dat het kabinet probeert het begrip werkelijk rendement en de toegang tot deze tegenbewijsregeling zo beperkt mogelijk vorm te geven. Dit leidt bij veel belastingplichtigen tot een gevoel van onrechtvaardigheid. Met als gevolg dat veel belastingplichtigen ook tegen de tegenbewijsregeling box 3 zullen gaan procederen.’

De Tweede Kamer gaat donderdag met staatssecretaris Tjebbe van Oostenbruggen (Fiscaliteit) in debat over de belastingheffing in box 3. RB roept het kabinet op voorhand op om ervoor te zorgen dat de tegenbewijsregeling voldoende maatschappelijk draagvlak heeft. De brancheorganisatie stelt in aanvulling op de D-dayarresten van de Hoge Raad voor dat iedereen (inclusief massaal bezwaarmakers) die recht heeft op rechtsherstel binnen box 3, ook toegang krijgt tot de tegenbewijsregeling box 3. Daarnaast moet aftrek van kosten in de tegenbewijsregeling van box 3 worden toegestaan.

Niet te begrijpen

‘In het wetsvoorstel Wet werkelijk rendement box 3 welke naar verwachting in 2028 in werking treedt, wordt ook kostenaftrek toegestaan’, schrijft RB. ‘Door tot en met 2027 kostenaftrek in de tegenbewijsregeling niet toe te staan en vanaf 2028 in de nieuwe wet wel toe te staan, is het voor een belastingplichtige niet te begrijpen. Het bepalen van het werkelijk rendement box 3 is voor een belastingplichtige al complex en het niet toestaan van kostenaftrek maakt het alleen maar complexer.’

Het Financieele Dagblad schetst de situatie aan de hand van een rekenvoorbeeld van een belastingadviseur. ‘Vergelijk het met een beleggingsfonds bij een bank dat voor een particulier een rendement behaalt van €25.000 en daar €5000 aan kosten op inhoudt. Zo’n particulier krijgt een belastingaanslag over €20.000 en niet over €25.000. Het is complete onzin dat de kosten bij vastgoed opeens niet aftrekbaar zijn.’