Gevangenisstraffen voor Vestia-fraude

Kasbeheerder Marcel de Vries en derivatenhandelaar Arjan Greeven hebben celstraffen gekregen voor hun rol in het Vesta-debacle in 2012.  

De rechtbank Rotterdam heeft vandaag twee hoofdverdachten in de woningcorporaties Vestia-zaak veroordeeld tot gevangenisstraffen voor omkoping, oplichting van Vestia, valsheid in geschrift en gewoontewitwassen, alsmede een aantal fiscale delicten. De rechtbank acht bewezen dat Arjan Greeven, de introducing broker van zakenbanken, die in 2012 de fraude bij Vestia zelf bekend maakte, zes jaar lang ruim € 10 miljoen euro aan steekpenningen aan Marcel de Vries, de treasury & control manager van Vestia heeft betaald. Greeven kreeg 30 maanden celstraf, De Vries kreeg 36 maanden.

Door de verkoop van de derivaten aan Vestia kwam de woningcorporatie in grote problemen toen de rente vanaf 2012 ging dalen.   

Greeven bemiddelde bij rentederivaten en leningen die banken afsloten met woningcorporatie Vestia. Tussen 2004 en 2011 verdiende deze verdachte met de afsluitprovisies € 20 mln. De rechtbank acht bewezen dat hij daarvan de helft doorbetaalde aan De Vries. De kasbeheerder deelde mee in de door de banken aan Greeven uitbetaalde afsluitprovisie. Greeven op zijn beurt profiteerde van de transacties die de De Vries bij hem aanbracht. 

Voormalig topman Erik Staal van Vestia is geen verdachte geweest in deze zaak.