Zen en de kunst van kennis Alexandra Boot

Onlangs opende Rijkswaterstaat zijn LEF Future center. Op ‘wetenschappelijk onderbouwde wijze’ treden ambtenaren daar met moderne neurologische en psychologische inzichten buiten hun ingesleten paden en extern worden zenboeddhisten ingehuurd. De Leidse hoogleraar Jouke de Vries echter vindt topambtenaren steeds vaker managers zonder inhoud worden. PropertyNL Magazine 2 oktober 2008 nr. 15

Onlangs opende Rijkswaterstaat zijn LEF Future center. Op ‘wetenschappelijk
onderbouwde wijze’ treden ambtenaren daar
met moderne neurologische en psychologische inzichten buiten
hun ingesleten paden en extern worden zenboeddhisten ingehuurd.
De Leidse hoogleraar Jouke de Vries echter vindt topambtenaren steeds
vaker managers zonder inhoud worden.

PropertyNL Magazine 2 oktober 2008 nr. 15


Om ingesleten paden te mijden wisselen ze zo vaak van departement dat elk risico op inhoudelijke kennis wordt vermeden en managementvaardigheden overheersen. Via
de inhuur van externe consultants en adviseurs wordt vervolgens de
ontbrekende kennis ingekocht. Kosten: € 1,2 mrd. De Vries signaleert
gebrekkige kennis vooral op het gebied van de Europese aanbestedingsregels
(schade: € 3 tot € 8 mrd) en ruimtelijke ordening.
In mijn praktijk signaleer ik soortgelijke problemen bij lokale overheden.
Gemeenten hebben moeite hun kennis van complexe regelgeving
op peil te houden en na te leven. Zij hebben bijvoorbeeld structureel te
weinig kennis en capaciteit voor het opstellen van bestemmingsplannen
en het toetsen van (concept)bouwaanvragen en besteden dit daarom
al vaak uit aan externe bureaus. Als dingen onverhoopt fout gaan
blijken externen echter vaak niet aansprakelijk voor hun adviezen. Na
tussenkomst van de gemeentelijke rekenkamer kunnen niet alleen wethouders
maar ook gemeenteambtenaren de laan uitgaan.
Enkele weken terug zag ik een klassiek voorbeeld van een gebrek aan
kennis van regels en de toepassing daarvan binnen politiek-bestuurlijke
processen. Ik werd gebeld door een architect die in een grote gemeente
in het midden van het land een visie voor een prestigieus bibliotheekcomplex
had ingediend. De jury beoordeelde de visie met voorsprong
als de beste, waarna een uitgebreide presentatie aan het gemeentebestuur
en de pers volgde. Vier weken later kon hij zo ongeveer via diezelfde
pers vernemen dat de gemeente alsnog overwoog te gaan kiezen
voor nota bene een andere visie die de jury als sociaal onverdedigbaar
had beoordeeld. “Klein rekenfoutje” was de verklaring, en de gemeente
zei “de Europese aanbestedingsregels te moeten naleven”. Vervolgens
ging zij onderhandelen met de nieuwe winnaar, wellicht omdat zijn visie
technisch niet aan de minimumeisen voldeed, te complex was, of
niet binnen de gevraagde maximale bouwsom kon worden gerealiseerd.
Kennelijk moest er koste wat het kost aan de visie gesleuteld worden,
want “driemaal is scheepsrecht” kun je je als gemeente natuurlijk niet
veroorloven. Maar onderhandelen en het wijzigen van een inschrijving
zijn zo’n beetje de doodzonden van het aanbestedingsrecht, waardoor
een wellicht begrijpelijk rekenfoutje zou kunnen ontaarden in grove
fouten. Saillant detail is dat een van de verantwoordelijke ambtenaren
tegen aanzienlijke inschrijfgelden in het cursuscircuit aan markt en
overheden zijn kennis verkoopt over hoe een grote gemeente slim en
praktisch omgaat met aanbestedingen. Het wordt spannend.
Dat bepaalde gemeenten zich echter bewust zijn van de noodzaak op
een efficiënte en doelmatige wijze gebruik te maken van deskundigheid
en marktkennis ervaar ik momenteel in een middelgrote Brabantse gemeente.
Daar begrijpen ze dat je niet alle kennis in huis kan hebben. De
Europese aanbestedingsregels worden niet gezien als een angstaanjagend
noodzakelijk kwaad, maar als een middel dat je na enig huiswerk
op optimale wijze kunt benutten om van aanvang af na te denken over
de duurzame kennis en visie die je op lange termijn wilt. Op basis van de
winnende visie ontwikkelt de gemeente samen met de ontwikkelaar of
belegger het masterplan voor de langjarige herontwikkeling van een industrieel
centrumgebied. Die marktpartij deelt vervolgens voor 50% risicodragend
in de gemeenschappelijke grondexploitatie waarna hij voor
de helft daarvan (maximaal 100.000 m² bvo) een ontwikkelingsrecht
krijgt. Alles wordt Europees aanbesteed zodat iedereen gelijke kansen
krijgt. De private kennisleverancier garandeert bovendien gezonde kennis
omdat hij instaat voor het risico van zijn inbreng. Intussen bezuinigt
de rijksoverheid druk op haar inhuur van externe kennis. Of de zenboeddhisten
uit Japan daarom nog welkom zijn valt te bezien, maar wellicht
kunnen ze eens gratis op de koffie met worstenbrood in Brabant.

Mr Alexandra Boot is oprichtster van Boot Advocaten. Zij is gekozen tot
beste vastgoedadvocaat van het jaar 2005 en 2007.