De Raad van State geeft ook het komend jaar voorrang aan woningbouwzaken. Wegens gebleken succes gaat de Afdeling bestuursrechtspraak door met het versneld behandelen van deze zaken.
Sinds de zomer van 2024 krijgen woningbouwzaken voorrang op andere rechtszaken in het omgevingsrecht. Op dit project is een team van gespecialiseerde staatsraden en griffiers gezet. Het samenbrengen van deze werkkracht en deskundigheid leidt tot een efficiëntere behandeling van de zaken. Voor partijen in deze zaken verandert er niets in de procedure. De termijnen blijven hetzelfde en zij krijgen op de rechtszitting dezelfde ruimte om hun standpunt uiteen te zetten als in zaken die geen deel uitmaken van dit project. De snelheid zit hem in het met voorrang en het projectmatig behandelen van deze zaken.
Aanvankelijk zou dit project stoppen op 1 juli 2025, maar gelet op de bereikte resultaten en het grote maatschappelijke belang van de woningbouwopgave heeft de Afdeling bestuursrechtspraak besloten om daar in elk geval tot de zomer van 2026 mee door te gaan.
Resultaten
In het afgelopen jaar zijn door het gespecialiseerde team 250 woningbouwprojecten met voorrang behandeld, samen goed voor zo'n 62.000 woningen. In 200 van de 250 woningbouwzaken die het afgelopen jaar voorrang kregen, is al uitspraak gedaan of werd de zaak kort voor de rechtszitting ingetrokken, samen goed voor bijna 46.000 woningen. In 50 zaken die samen ongeveer 16.000 woningen mogelijk maken, is al wel een rechtszitting gehouden, maar wordt nog gewerkt aan de uitspraak.
Doorlooptijd versnellen
In een flink aantal zaken duurde de totale procedure, van binnenkomst tot uitspraak, minder dan een jaar. Dat is een stuk sneller dan de gemiddelde doorlooptijd in omgevingszaken van ruim 14 maanden. Voor komend jaar streeft de Afdeling bestuursrechtspraak ernaar om de doorlooptijd in zoveel mogelijk woningbouwzaken terug te brengen naar minder dan een jaar.
'Zekere spanning'
Aaldert ten Veen, voorzitter van de Omgevingskamer van de Afdeling bestuursrechtspraak: 'De ambitie was om 65.000 woningen met voorrang op een rechtszitting te behandelen, en dat is vrijwel helemaal gelukt. Tot juli 2026 willen we net als afgelopen jaar zo’n 250 woningbouwzaken versneld behandelen. Maar voorrang geven aan woningbouwzaken betekent ook dat partijen die andere omgevingszaken bij de Afdeling bestuursrechtspraak hebben lopen, soms langer moeten wachten. Daar zit dus een zekere spanning, maar omdat woningbouw nog steeds een urgent maatschappelijk probleem is, hebben we besloten dit project nog een jaar voort te zetten.'