Vastgoed wint aan waarde op duurzaam bedrijventerrein

Het Nationaal Groeifonds verstrekt € 26 miljoen voor het verduurzamen en vergroenen van bedrijventerreinen in ons land. Het moet ook leiden tot een beter vestigingsklimaat en hogere vastgoedwaardes.

Het Nationaal Groeifonds (NGF) is een initiatief van de ministeries van Economische Zaken en Klimaat en Financiën en moet bijdragen aan het duurzaam verdienvermogen van Nederland. Tussen 2021 en 2025 trekt het kabinet hiervoor € 20 miljard uit.  

Op initiatief van IVN Natuureducatie, sloeg een brede coalitie van zo’n dertig betrokken partijen vorig jaar de handen ineen om uiteindelijk te komen tot het kennisprogramma ‘Werklandschappen van de Toekomst’. In het programma worden de onaantrekkelijke kale bedrijventerreinen getransformeerd naar werklocaties waar medewerkers graag komen.

Op dit moment bestaat slecht 1% van de huidige 100.000 hectare aan bedrijventerreinen, die ons land telt, uit ‘natuurlijke elementen’. Daardoor is 87% van de 3.500 bedrijventerreinen gevoelig voor wateroverlast bij heftige neerslag. Daarnaast is de verwachting, dat als er niets verandert, over dertig jaar de gemiddelde gevoelstemperatuur op een zomerse dag op een bedrijventerrein zal zijn opgelopen tot 40,8 graden Celsius.

Op radar kabinet

De toekomst van de bedrijventerreinen staat nadrukkelijk op de radar van politiek Den Haag. Onlangs lanceerde het kabinet het plan voor een Nationaal Programma Werklocaties. Eerder bepleitte de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) een impuls voor de verduurzaming van bedrijventerreinen.

Met de toekenning uit het Nationaal Groeifonds wil de coalitie achter de ‘Werklandschappen van de Toekomst’ de komende negen jaar toewerken naar een ‘nieuw normaal’: bedrijventerreinen waar werknemers met plezier kunnen werken, collega’s ontmoeten en tussendoor ontspannen. Het groen, zowel binnen als buiten, moet bijdragen aan werkplezier, vitaliteit en productiviteit. Daarnaast worden risico’s van hitte en wateroverlast beperkt en wordt gewerkt aan duurzame opwekking van energie, het bevorderen van een circulaire samenleving en een versterking van de biodiversiteit.

Living labs

Binnen tien jaar moeten minimaal duizend bedrijventerreinen (een derde van het totaal) zich bij de groene beweging hebben aangesloten. Om dit te bereiken start een groot onderzoeksprogramma met vier zogenoemde ‘living labs’ en tien ambassadeursterreinen. Deze living labs zullen fungeren als proeftuinen. Hier wordt onderzoek gedaan naar bijvoorbeeld de koelende waarde van groene gevels en de combinatie van zonnepanelen en groene daken. Daarnaast worden green deals gesloten met zes provincies om de vergroening en verduurzaming van bedrijventerreinen te versnellen.

De aanvraag bij het Nationaal Groeifonds werd ondersteund en ingediend door het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Oorspronkelijk vroegen de initiatiefnemers € 49 miljoen aan, maar de commissie verlangde een aangescherpt plan. Een kritiekpunt op het oorspronkelijke voorstel was dat de bbp-bijdrage te veel was gebaseerd op de effecten binnen de groensector (omzetstijging en productiviteitsstijging). Dit is verbreed naar positieve baten voor de bedrijven op de het bedrijventerrein zelf, waaronder een hogere productiviteit.

Stijgende vastgoedwaarde

Uit berekeningen blijkt dat het programma Werklandschappen van de Toekomst een belangrijke bijdrage levert aan de economische groei in Nederland ter waarde van circa € 100 miljoen in de komende 30 jaar. Dit onder andere vanwege de productiviteitsgroei in bedrijven en in de groensector. Uiteindelijk zal de vergroening en verduurzaming van de terreinen leiden tot een aantrekkelijk vestigingsklimaat en stijgende vastgoedwaarde op bedrijventerreinen.

Lees ook: Duurzame logistiek rendeert op de langere termijn

Op basis van het aangescherpte voorstel heeft de commissie besloten €26,2 miljoen toe te kennen. Werklandschappen van de Toekomst wordt uitgevoerd door een brede coalitie van partijen – overheden, koepelorganisaties van bedrijven en bedrijventerreinen, onderwijsorganisaties, de groene sector, adviesbureaus, kennisinstituten en NGO’s. Het project start in 2023.