Van de hoofdredactie: Kansen op een duurzaam vastgoedkabinet

Rutte heeft zijn eerste hobbel genomen: het populisme is naar het tweede plan verwezen. Dat versterkt de internationale positie van Nederland.

Door Wabe van Enk
Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 3, 24 maart 2017

De tweede hobbel is het vormen van een slagvaardige coalitie met CDA, D66 en CU of GroenLinks. Wat maakt van zo’n kabinet een goed vastgoedkabinet? Holland Metropole droeg op de Mipim in Cannes de kernwaarden goed uit: sterke steden met een goede infrastructuur, opleidingen en een ondernemend vestigings- en investeringsklimaat. Als de opvolger van minister Blok dan ook de onevenwichtige Nederlandse huurwoningensector weet aan te pakken, kan de vlag uit.

Als je terugkijkt zijn het vooral bestuurders van VVD, CDA én PvdA geweest die landelijk en in de grote steden het verschil gemaakt hebben. De implosie van de PvdA kan bestuurlijk voor het vastgoed daarom negatieve consequenties hebben. Puinhopen werden vooral aangericht door onervaren nieuwkomers op de rechter- en linkerflanken.

Obama-navolger Jesse Klaver kan dus best scoren, net zoals zijn verre voorgangers Femke Halsema en Paul Rosenmöller hebben gedaan, maar ze nemen hun gebrekkige partijkader mee. Uit de autobiografie van Femke Halsema blijkt dat de strijd die zij intern moest voeren erger was dan de strijd in de Kamer. De gesneefde PvdA-voorzitter Spekman was vergeleken met die mensen nog een plezierige pragmaticus. De kans dat Rutte moet dealen met gebrekkig talent ligt dus op de loer. Daarbij kan ‘groen’ makkelijk synoniem worden met een onzakelijke subsidie-carrousel en het pesten van ondernemers, toeristen en automobilisten, zoals in Amsterdam al in gang is gezet.

Daartegenover staat de kans dat er een brug wordt geslagen met ‘groen rechts’, waarbij wel het vestigings- en investeringsklimaat profiteert. Groen rechts past in de traditie van Ed Nijpels en hoort bijvoorbeeld bij Coen van Oostrom (OVG en mede-tekstschrijver van het VVD-programma). Daar is duurzaamheid geen linkse hobby, maar een noodzakelijke innovatie.

Een innovatie die verder wordt gebracht door multinationals, banken en vastgoedondernemingen, zoals Unilever, ING en vastgoedondernemingen zoals OVG zelf. Dat lijkt vloeken in de linkse kerk, maar met enig pragmatisme kunnen D66, CU en GroenLinks dat als zegen gaan ervaren. Een voorbeeld geeft ING Real Estate Finance, met de aanpak om klanten die hun portefeuille niet verduurzamen in de toekomst uit te sluiten. Een aanpak die ook internationaal aandacht trekt. Zo’n aanpak leest als een Groen Links-pamflet, maar het is de vastgoedpraktijk van nu en wellicht ook het vastgoedkabinet van morgen.